Debat + Argumenten

Debat
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Debat

Slide 1 - Diapositive

Hoe bedenk je een argument?
In een debat bedenk je argumenten voor of argumenten tegen de stelling. Een slimme manier om argumenten voor of tegen een stelling te bedenken, is door het stellen van een aantal vragen aan jezelf. Als je de vraag beantwoordt, komt er vanzelf een argument uit. 
                           Voorbeeldstelling: LO moet als vak afgeschaft

Slide 2 - Diapositive

Wat zou volgens jou een goede (algemene) vraag kunnen zijn om te stellen?

Slide 3 - Question ouverte

Dit zijn de vragen:
  • Over welk probleem gaat de stelling? Is dat een erg probleem?
  • Wat zijn de voor- of nadelen?
  • Wie zijn er bij de stelling betrokken en wat voor effect heeft de stelling op die mensen?

(Stichting Nederlands Debat Instituut)

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld
De stelling is:

'Mobiele telefoons moeten op school verboden worden'

En jij bent voor de stelling.

Slide 5 - Diapositive

1. Over welk probleem gaat de stelling? 
Is dat een erg pobleem?
 Het probleem is dat mobiele telefoons voor veel afleiding in de klas zorgen, waardoor leerlingen minder goed opletten.
Het is erg omdat de afleiding ervoor zorgt dat leerlingen de lesstof minder goed meekrijgen. Dit leidt tot lagere cijfers voor toetsen.

Een argument zou dus zijn:
Telefoons moeten op school verboden worden, want ze zorgen voor afleiding en dit leidt tot lagere cijfers.

Slide 6 - Diapositive

2. Wat is een voordeel als er geen 
mobiele telefoons op school zijn?
Een voordeel van geen mobiele telefoons op school, is dat leerlingen niet stiekem of zonder overleg op de foto worden gezet of gefilmd kunnen worden.
Op internet worden veel fimpjes gedeeld van leerlingen die gepest worden of die per ongeluk iets doms doen. Het is voor die leerlingen heel erg dat dit ook nog eens door iedereen bekeken kan worden.

Een argument zou dus zijn: Mobiele telefoons moeten op school verboden worden, want dan kunnen leerlingen niet stiekem of zonder overleg filmpjes of foto's van elkaar maken die vervolgens online worden gezet.

Slide 7 - Diapositive

3. Wie zijn er betrokken en wat voor een effect heeft de stelling op die mensen?
Bij deze stelling zijn de leerlingen en de leraren betrokken.
Het effect op de leerlingen is de lage cijfers (argument 1) en dat filmpjes en foto's ongevraagd gedeeld worden (argument 2). 
Het effect op de leraren is dat ze nu voor niets lesgeven omdat de leerlingen in de klas afgeleid zijn door hun mobiele telefoon.

Een argument zou dus zijn: Mobiele telefoons moeten verboden worden op school, want leraren geven nu voor niets les als de leerlingen steeds op hun mobiele telefoons kijken.

Slide 8 - Diapositive

Bedenk nu zelf een argument voor de stelling:
'Dierentuinen moeten verboden worden'
1. Over welk probleem gaat de stelling?
Is dat een erg probleem

Slide 9 - Question ouverte

Bedenk nu zelf een argument voor de stelling:
'Dierentuinen moeten verboden worden'
2. Wat is een nadeel van dierentuinen?

Slide 10 - Question ouverte

Bedenk nu zelf een argument voor de stelling:
'Dierentuinen moeten verboden worden'
3. Wie zijn er betrokken en wat voor effect
heeft de stelling op die mensen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat denk je: waar staan de letters in de AUB-methode voor ?
A
AlstUBlieft
B
Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld
C
Argument, Uitrusting, Bedankt
D
Antwoord, Uitleg, Bedankt

Slide 12 - Quiz