FR_IB_Etre/Avoir

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Wat gaan wij vandaag doen?

- Les verbes être (zijn) et avoir (hebben)

Wat is de doel van vandaag?

L'objectif d'aujourd'hui est decouvrir la Francophonie et apprendre à se présenter. 

Wat betekent..
Tu habites où?

1. Wie ben jij?
2. Hoe oud ben jij?
3. Waar woon jij?

Wat betekent..
Tu as quel âge?

1. Wie ben jij?
2. Hoe oud ben jij?
3. Waar woon jij?

Vertaal naar het FR:
Ik heet Daan.

Hoe zeg je..
Ik woon in Parijs.

Hoe zeg je ..
Ik ben 12 jaar.

ik

Wij

jij

jullie

zij

Ze (jongens)

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils

Les verbes=Werkwoorden

Les verbes: être

Je	suis	ik ben
Tu	es	jij bent
Il/elle	est	hij/zij is
Nous	sommes	wij zijn
Vous	êtes	jullie zijn U bent
Ils/elles	sont	ze zijn

Les verbes: avoir

J'	ai	ik heb
Tu	as	jij hebt
Il/elle	a	hij/zij heeft
Nous	avons	wij hebben
Vous	avez	jullie hebben U heeft
Ils/elles	ont	ze hebben

Ik begrijp de werkwoorden être en avoir

😒🙁😐🙂😃

Temps de recherche!

Zoek in Google:

- Hoeveel mensen spreken Frans in het wereld?

- Is Frans binnen de 10e meeste gesproken talen ter wereld?

- In welke landen is Frans gesproken? 

                                Noteer je antwoorden op in je schrift!

Merci!

Au revoir!