Adverbs and adjectives

Is this sentence correct:
"She sings beautiful".
A
yes
B
no
1 / 42
suivant
Slide 1: Quiz
engelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Is this sentence correct:
"She sings beautiful".
A
yes
B
no

Slide 1 - Quiz

Is this sentence correct:
"She has done the job good."
A
yes
B
no

Slide 2 - Quiz

Which one is correct?
A
They played real bad.
B
They played really bad.
C
They played really badly.
D
They played real badly.

Slide 3 - Quiz

Adjectives and Adverbs

Slide 4 - Diapositive

Deze les gaat over 'adjectives' (= bijvoeglijke naamwoorden) en 'adverbs' (= bijwoorden).
Je hebt daarbij de keuze uit de volgende mogelijkheden:

  1. Je leest de uitleg op de dia's en beantwoordt daarna de vragen. Vervolgens de opdrachten uit de methode.
  2. Je beluistert ook de extra uitleg  (luidspreker icoon).
  3. Je bekijkt ook het filmpje met extra uitleg.
  4. Je maakt ook gebruik van de extra uitleg en/of oefeningen op het eind.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Translate:
Zij zongen erg slecht.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Translate:
Mijn laptop start automatisch.

Slide 9 - Question ouverte

Translate:
Ik kan dat makkelijk doen.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Translate:
Hij glimlachte vriendelijk.

Slide 12 - Question ouverte

Translate:
Ik kan deze taak moeilijk doen.

Slide 13 - Question ouverte

Translate:
Ik kan deze taak onmogelijk doen.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Translate:
Zij rijdt altijd snel.

Slide 16 - Question ouverte

Translate:
Je kunt nauwelijk zien hoe hard hij werkt.

Slide 17 - Question ouverte

Translate:
Ik heb hem de laatste tijd niet gezien.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Translate:
Deze muziek klinkt goed.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Translate:
Wij hebben werkdagen van 8 uur.

Slide 22 - Question ouverte

Als je het allemaal nog niet goed snapt, kun je bij de volgende dia een filmpje bekijken. Denk je het wel te snappen, ga dan meteen door naar de volgende dia's.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

She smiled [brave] at the [friendly] dentist.

Slide 25 - Question ouverte

I trusted him [complete] because he looked [reliable].

Slide 26 - Question ouverte

These shoes are [terrible][expensive].

Slide 27 - Question ouverte

She was [expensive] dressed.

Slide 28 - Question ouverte

And they lived [happy] ever after.

Slide 29 - Question ouverte

He drove [extreme][fast], yet we missed our plane

Slide 30 - Question ouverte

It's [awful][nice] of you to write me [friendly].

Slide 31 - Question ouverte

They played[extreme] [bad].

Slide 32 - Question ouverte

Around Christmas we always have...
A
a holiday of 2 weeks
B
a two weeks holiday
C
a two-week holiday

Slide 33 - Quiz

Here are some ........
A
16-year-old adolescents
B
adolescents of 16 years
C
16 years old adolescents
D
16 year olds adolescents.

Slide 34 - Quiz

This task is too hard. I can tell you beforehand that..
A
I can impossibly do this
B
I can't possibly do this.
C
I can't possible do this
D
I can impossible do this

Slide 35 - Quiz

He plays the piano [good] but this music sounds [awful].

Slide 36 - Question ouverte

He shouted [angry] at him.

Slide 37 - Question ouverte

If you need more practice and/or explanation see the following slides to help you (after the evaluation).


Slide 38 - Diapositive

Geef kort aan wat je van deze les vond en in hoeverre het je heeft geholpen.

Slide 39 - Carte mentale

Slide 40 - Lien

Slide 41 - Lien

Slide 42 - Lien