les 7: schrijven zakelijke brief (1/3)

8mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- IE onderdeel spreken - afronding
-IE onderdeel schrijven - les 1: zakelijke brief
- de oefenopdracht en huiswerk

Je hebt voor deze les boek B nodig. Pak die erbij! 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

8mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- IE onderdeel spreken - afronding
-IE onderdeel schrijven - les 1: zakelijke brief
- de oefenopdracht en huiswerk

Je hebt voor deze les boek B nodig. Pak die erbij! 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Het instellingsexamen
1 dagdeel  naar school voor:
Spreken
Gesprekken voeren

1 dagdeel naar school voor:
Schrijven 
(data volgen zodra ik die weet)
Twee examinatoren (externen) beoordelen je prestaties. 

Slide 3 - Diapositive

IE onderdeel 1: spreken 
Tijdens het examen:

Houd je een presentatie voor de gehele groep + 2 beoordelaars
Presentatie duurt minimaal 5 en maximaal 7 minuten
Presentatie is beschouwend
Je geeft argumenten voor, argumenten tegen en je eigen mening m.b.t. een stelling.

Slide 4 - Diapositive

Ik heb een filmpje ingeleverd op de juiste plek in teams

A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

LET OP! 
Spreken is nu klaar! gaan we niets meer aan doen! 
Vanmiddag ga ik de presentaties beoordelen. Kan ik niets beoordelen dan kun jij niet op examen. Ik haal je van de lijst. Volgend jaar mag je opnieuw terugkomen. 

Slide 6 - Diapositive

Derde onderdeel IE : schrijven
Het examenonderdeel schrijven bestaat uit:
- schrijf een zakelijke brief
- schrijf een betoog

120 minuten de tijd. 
dyslecten met pasje 150. 

Slide 7 - Diapositive

Onderdeel 1: zakelijke brief 
bestudeer de theorie in boek B op blz. 127
Bekijk het voorbeeld van een goede brief op blz. 128
Geef vervolgens antwoord op de volgende vragen.

Slide 8 - Diapositive

Bovenaan de brief staan de gegevens van de ontvanger
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Plaatsnamen schrijf je in hoofdletters (Capslock)
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

De datum in de brief
A
mag je afkorten
B
schrijf je alleen met cijfers
C
schrijf je voluit in letters
D
schrijf je als combinatie van cijfers en letters

Slide 11 - Quiz

Na betreft: volgt
A
een kleine letter
B
een hoofdletter
C
een cijfer

Slide 12 - Quiz

Als ik niet zeker weet wie mijn brief gaat lezen, kies ik als aanhef:
A
Hoi,
B
Beste,
C
Geachte mevrouw/meneer,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 13 - Quiz

In de inleiding van mijn brief:
A
val ik met de deur in huis
B
stel ik mezelf voor
C
geef ik de aanleiding van het schrijven

Slide 14 - Quiz

Ieder nieuwe deelonderwerp in de kern begint met een nieuwe alinea
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

In het slot:
A
geef ik aan wat de lezer van mij kan verwachten
B
geef ik aan wat ik van de lezer verwacht
C
allebei

Slide 16 - Quiz

Als ik geen bijlagen heb
A
schrijf ik die onderaan ook niet op
B
noteer ik onderaan bijlagen: geen.

Slide 17 - Quiz

Hoe goed heb je opgelet? 
Sleep de onderdelen van de brief in de goede volgorde van boven naar beneden. 
aanhef
afzender
geadresseerde
bijlagen
plaats, datum
betreft: 
inleiding
afsluiting
middenstuk
ondertekening
slot

Slide 18 - Question de remorquage

Mooi! Je kunt aan de slag! 

Lees de examenopdracht op blz. 130
Bedenk goed:
Wie schrijft de brief? (privé of als werknemer?)
Aan wie schrijf je die brief? 
Wat is je doel? 
Hoe bouw je de brief op? (inleiding, kern, slot)
Wat is de correcte opmaak?
etc. 

Slide 19 - Diapositive

tot slot:
Schrijf een eerste versie van de brief (richt je vooral op de 11 onderdelen)

Volgende les: schrijfuur! 
We bespreken valkuilen en de inhoud van de brief. Daarna werkt iedereen aan de brief 

Slide 20 - Diapositive