avoir être faire havo 4

vertaal de hele ww avoir être faire
1 / 30
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

vertaal de hele ww avoir être faire

Slide 1 - Question ouverte

welke vorm van AVOIR is niet juist?
A
ai
B
avons
C
a
D
sont

Slide 2 - Quiz

welke vorm van être is niet goed?
A
suis
B
sommes
C
êtez
D
sont

Slide 3 - Quiz

Welke vorm van FAIRE is juist?
A
faites
B
faitez
C
faisez

Slide 4 - Quiz

welke PASSE COMPOSE vorm is juist?
A
je suis été
B
j'ai été

Slide 5 - Quiz

zet in de PC: il fait

Slide 6 - Question ouverte

zet in de PC: tu as

Slide 7 - Question ouverte

Zet in de PC: elles sont

Slide 8 - Question ouverte

vertaal: wij zullen zijn

Slide 9 - Question ouverte

vertaal: hij zal hebben

Slide 10 - Question ouverte

vertaal: u zal doen

Slide 11 - Question ouverte

présent
passé composé
futur simple
imparfait
conditionnel
j'ai
elle a eu
nous avions
ils auront
vous auriez

Slide 12 - Question de remorquage

présent
passé composé
Futur Simple
conditionnel
imparfait
elle est
nous avons été
je serai
vous seriez
tu avais

Slide 13 - Question de remorquage

présent
passé composé
futur simple
conditionnel
imparfait
je fais
nous avons fait
vous faisiez
il fera
elles feraient

Slide 14 - Question de remorquage

vul zoveel mogelijk vormen in van de FUTUR van avoir

Slide 15 - Carte mentale

Vul zoveel mogelijk vormen in van de IMPF van faire

Slide 16 - Carte mentale

Vul vormen in van de présent van être

Slide 17 - Carte mentale

welke tijd is dit: nous faisions
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
conditionnel

Slide 18 - Quiz

welke tijd: tu aurais
A
imparfait
B
futur simple
C
conditionnel

Slide 19 - Quiz

welke tijd: ils auront
A
présent
B
futur simple
C
imparfait
D
conditionnel

Slide 20 - Quiz

welke pc is fout?
A
ik heb gedaan = j'ai fait
B
ik heb gehad = j'ai eu
C
ik ben geweest = je suis été

Slide 21 - Quiz

Vertaal: wij zouden zijn

Slide 22 - Question ouverte

vertaal: u heeft gehad

Slide 23 - Question ouverte

vertaal: ik zal doen

Slide 24 - Question ouverte

vertaal: hij had

Slide 25 - Question ouverte

vertaal: wij zouden maken

Slide 26 - Question ouverte

vertaal: hij was

Slide 27 - Question ouverte

vertaal: ik zal doen

Slide 28 - Question ouverte

vertaal: hij zou hebben

Slide 29 - Question ouverte

hoe vond je deze lessen up?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage