Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
§ 4.4 - Theater
Planning:
- Nakijken opdrachten § 4.3
- Uitleg en oefeningen § 4.4
Slide 1 - Diapositive
49. Antwoord: - Dans is tijdverdrijf en vermaak.
- Door met elkaar te dansen maken mensen op een geordende wijze met elkaar kennis (de rite van de dans leidt de kennismaking), eventueel uitmondend in een huwelijk.
52. Antwoord, twee van de volgende: - De koning danst zelf de hoofdrol. - De hoofdfiguur is als Apollo, de zonnegod (lichtbrenger en beschermer van de kunsten, medicijnen en muziek). - Aan het einde van de voorstelling presenteert Lodewijk zich als zonnekoning: een samengaan van Apollo en hem.
Slide 2 - Diapositive
53. Strekking antwoord: Italiaanse kunstenaars worden aan het hof tewerkgesteld, bijvoorbeeld Lully.
Er is sprake van huwelijken tussen Franse en Italiaanse hoven waardoor de gewoonten van Italiaanse hoven in Frankrijk worden overgenomen.
56. Strekking antwoord: De academies bepalen hoe de kunst er uit dient te zien en te klinken. Er ontstaat een nationale kunstuiting met duidelijk herkenbare kenmerken. Alles passend in een vorm die de positie en het beeld/imago van Lodewijk XIV versterkt.
Slide 3 - Diapositive
57. Strekking antwoord:
De basisposities leiden na veel oefening tot het deels teniet doen van de begrenzingen van natuurlijke bewegingen. Hierdoor kan de danser op een elegante wijze het bewegingen uitvergroten (verlengen, uitrekken, spreiden etc.).
61. Strekking antwoord: De koning is een alles verenigend centrum waarin de staat en zelfs het universum samenkomen. Door zich publiekelijk in allerlei rituelen te vertonen, wordt hij bovenmenselijk. Aangezien de koning van een andere orde is dan de mens, kan hij geen last van schaamte hebben, aangezien hij geen rekening met de hen hoeft te houden.
Slide 4 - Diapositive
Stuur hier een foto (of foto's) in van de gemaakte en nagekeken opdrachten van § 4.3.
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Welke overeenkomsten zie je tussen dit theater en het Griekse theater?
Slide 8 - Question ouverte
Welke verschillen zie je tussen dit theater en het Griekse theater?
Slide 9 - Question ouverte
Welke stukken van Shakespeare ken je? Eén antwoord per keer.