Duits Horeca woordenschat

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Herzlich Wilkommen!

Ziel heute: 

Im Restaurant Wortschatz lernen

Wat is in het Duits: goedemorgen

1. Gutemorgen
2. Guten Morgen
3. Guten dag
4. Gute tag

Wat is 'ontbijt' in het Duits?

1. Frühstück
2. Fruhstück
3. Fruhstuck
4. Frühstuck

Wat is 'ik heb gereserveerd' in het Duits?

Wat is 'heeft u gereserveerd' in het Duits?

Wat is 'bestellen' in het Duits?

leren.wrts.nl

Wat is in het Duits: Goedendag

1. Guten Tag
2. Hallo
3. Guten Mittag
4. Guten Dag

Wat is in het Duits: Goedenavond

1. Gute Nacht
2. Guten Abend
3. Guten Abond
4. Guten Abent

Gastgewerbe
welche Wörter kennst du?

Wat betekent Ich 'möchte' etwas bestellen?

1. mogen
2. graag willen
3. mochten
4. graag mogen

Hoe spreek je een Duitse gast aan?

1. Du
2. Er
3. Sie
4. Ihr

Geschirr und Besteck

Die Sachertorte ist angekommen. 
Zeit um sie auf zu essen!

der Löffel

das Messer

das Glas / die Gläser

die Gabel

der Teller / die Teller

schneiden

trinken

abwischen

Klik op de oogjes

en leer de woorden uit je hoofd.

Spreek ze hardop uit! 

ä = e

ö = eu

stechen

hotel

1persoons-kamer

receptie

reservering

sleutel

gast

receptionist(e)

2persoons-kamer

bed              badkamer              douche                    wc

Hotel

Reservierung

Gast

 Rezeptionist(in)

Einzelzimmer

Rezeption

Schlüssel

Doppelzimmer

Dusche

Toilette

Bett

Badezimmer

Hiermit schneidest du Brot.

Hieraus trinkst du Wasser.

Hierauf liegt dein Essen.

Hiermit stichst du in deinem Essen.

Hiermit isst du Suppe.

Hiermit wischt du nach dem Essen den Mund.

ein Messer

ein Glas

ein Teller

eine Gabel

ein Löffel

eine Serviette

Tot ziens!

mag ik betalen?

eet smakelijk!

Guten Appetit!

(Kann ich) Zahlen bitte?

Auf Wiedersehen!