Start periode 3

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe ging de toetsweek?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Cijfers...
...mag ik helaas pas delen als iedereen de toets heeft gemaakt...

Slide 3 - Diapositive

Ik heb Confettiregen en DVG ingeleverd!
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

Hoeveel weken les tot de vakantie?

Slide 5 - Question ouverte

Hoeveel lesweken tot de toetsweek
(dus excl. vakantie)?
010

Slide 6 - Sondage

Wat zullen we de komende periode gaan doen?
vast weer een boek lezen..
iets met woorden?
leren argumenteren
spelling
schrijven

Slide 7 - Sondage

1) Argumentatie

GPW 14-18 februari!

2) Creatief schrijven
  

3) boek 3: 
Dagboek van Anne Frank

2+3 = SE in toetsweek
21-25 maart

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

vandaag:
START met ARGUMENTATIE
lesdoelen:
Je kan onderscheid maken tussen argument en standpunt.
Je weet wat een positief, negatief en twijfelachtig standpunt is.
Je weet wat een feitelijke en waarderende uitspraak is.
Je weet welke signaalwoorden er worden gebruikt bij een argument, standpunt, tegenargument en weerlegging.

Slide 10 - Diapositive

waar heb je argumentatie voor nodig?

Slide 11 - Carte mentale

Oefenen met argumenteren

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

"Vindicat moet verboden worden."
Eens of oneens? Leg uit waarom.

Slide 14 - Question ouverte

https://docs.google.com/presentation/d/1dNis25WMkhgL_i3E9wzwtaruNmipcHamJFcs1tpGbjI/edit#slide=id.p

Slide 15 - Diapositive

ik heb vandaag iets geleerd
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

wat heb ik geleerd?

Slide 17 - Carte mentale

vandaag:

lesdoelen:
Je kan onderscheid maken tussen argument en standpunt.
Je weet wat een positief, negatief en twijfelachtig standpunt is.
Je weet wat een feitelijke en waarderende uitspraak is.
Je weet welke signaalwoorden er worden gebruikt bij een argument, standpunt, tegenargument en weerlegging.

Slide 18 - Diapositive