Les boekpitch

Les boekpitch
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les boekpitch

Slide 1 - Diapositive

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ga alvast lezen in je leesboek of je leesverslag 



Slide 2 - Diapositive

12 vrienden
12 verhalen
vlot en makkelijk te lezen
prachtige illustraties en foto's

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen en lesopbouw
  • Leerlingen weten wat een pitch is en leren de structuur van een pitch.
  • Leerlingen leren hun pitch te structureren middels een spreekplan.
  • Leerlingen leren wat goede argumentatie is.
  • Leerlingen oefenen met het presenteren voor een groep. (monoloog)
Inleiding
  • Pitch van het boek 'vergeet mij niet' 
  • Lesdoelen bespreken

Kern

  • Opbouw (boeken)pitch
  • Mening en argumenten
  • Spreekplan bespreken
  • eventueel voor degene die nog mee informatie willen over een pitch een filmpje. 
  • Spreekplan invullen 

Slot
  • Terugkijken op de lesdoelen en je pitch naast een checklist leggen

Slide 4 - Diapositive

Een pitch
Een pitch....
1. is een korte, overtuigende presentatie van iets (in dit geval een boek)

2. heeft een inleiding, kern en een slot

3. heeft als doel de luisteraar te overtuigen van iets. 


Slide 5 - Diapositive

Mening en argumenten
Het spreekdoel van een pitch is om iemand te overtuigen. Het is dus belangrijk dat je duidelijk je mening (wat jij vindt) vertelt en deze uitlegt door middel van argumenten.

Een mening is dus altijd wát je vindt of doet, terwijl een argument is waaróm je iets vindt of doet. 

Slide 6 - Diapositive

Argumenten 
= Uitleg waarom je iets vindt.

Bijvoorbeeld:
Ik zou dit boek echt lezen,
- omdat het super spannend verhaal is.
- omdat het verhaal heel herkenbaar is. 
- omdat..............

Probeer de argumenten ook uit te leggen met voorbeelden!


Slide 7 - Diapositive

Iets is meestal een argument als één van de volgende woorden in de zin voorkomt: omdat, want, daarom, dus.
Dit noemen we signaalwoorden.

Omdat en want staan voor het argument, daarom en dus komen na het argument.

BV: Laten we samen dit boek lezen, want samen lezen is veel leuker. 
Samen lezen is veel leuker, daarom lezen we samen. 



Slide 8 - Diapositive

Argumentatiestructuur 
We kunnen argumenten, die je geeft bij een standpunt, op een bepaalde manier indelen. Er zijn verschillende vormen van argumentatie die je kunt gebruiken: 

  • Enkelvoudige argumentatie = Er is bij het standpunt 1 argument gegeven
  • Nevenschikkende argumentatie = Als er bij een standpunt 2 of meer argumenten gegeven worden.
  • Onderschikkende argumentatie = als een argument een eerder argument ondersteunt/ versterkt.  

In onze pitch gebruiken wij nevenschikkende argumentatie

(Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken, want roken is ontzettend slecht voor de gezondheid, want roken kan zorgen voor kanker, hart- en vaatziekten en een slechte huid.)

Slide 9 - Diapositive

Argumentatiestructuur 'vergeet mij niet'
Stelling:
‘Vergeet mij niet’ is een echte aanrader!!
Leest vlot en makkelijk. Ook voor kinderen die lezen lastig vinden.
Verhaal wordt levendig door de mooie illustraties 
Belangrijk om oorlogsverhalen door te blijven vertellen. We mogen het niet vergeten
Indrukwekkende, mooi en duidelijk geschreven verhalen. Elk verhaal max. 20 blz.

Slide 10 - Diapositive

INLEIDING  

In de inleiding trek je gelijk de aandacht van de luisteraar. 
Dat kan door: 
  • weetje
  • of een stukje voorlezen van het verhaal
SLOT

Wat maakt jouw boek zo bijzonder en waarom moet dit boek gelezen worden. Gebruik hiervoor verschillende (nevenschikkende) argumenten. 
Licht dit zoveel mogelijk toe.
KERN 

Je benoemt in ieder geval de titel van het boek en de auteur.
Geef een duidelijke en korte samenvatting, met een focus op de belangrijkste punten zonder alles te verklappen. 

Opbouw boekpitch

Slide 11 - Diapositive

Spreekplan
Een spreekplan is niets anders dan je uitgeschreven pitch. 
In je spreekplan denk je na over wat je gaat vertellen, aan wie en wat je doel is. Ook kun je in je spreekplan noteren waar je het over gaat hebben?

Je krijgt het volgende format om in te vullen.
Dit voorbeeld is al ingevuld met mijn 
boekpitch en dient als voorbeeld. 



Slide 12 - Diapositive

Lichaamstaal bij een pitch
lichaamstaal is non-verbale communicatie = communiceren zonder woorden, maar met je lichaam. 
bv: gebaren met je armen, gezichtsuitdrukkingen, oogcontact. 

Let dus bij je boekpitch ook op je lichaamstaal. 
Ga stevig rechtop staan, gebruik je handen (laat ze bewegen), maak oogcontact met de groep en spreek duidelijk. 

Slide 13 - Diapositive

Beoordeling 
Ik zal je pitch beoordelen aan de hand van beoordelingscriteria.


Ook gaat iemand uit de klas je pitch te beoordelen. Dit leg ik volgende week uit. 

Slide 14 - Diapositive

Aan het werk
Maak een begin met je spreekplan. Je krijgt van de docent een format wat je in kunt vullen. 

Klaar? 
  1. In tweetallen oefenen van de pitch

Niet klaar? dan is het invullen van je spreekplan je huiswerk
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Extra uitleg Pitch







https://www.youtube.com/watch?v=dy51Fup3aOU

https://www.youtube.com/watch?v=UeRlvq3uXwY

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting
Nog enkele tips: 
  • Bereid je presentatie goed voor middels het spreekplan! Bedenk van tevoren wat je wilt vertellen. Als je het verhaal goed in je hoofd hebt, dan kun je het ook veel makkelijker echt vertellen. LET OP: het is een spreekopdracht en geen leesopdracht
  • Focus op de hoofdzaken van het verhaal zonder te veel details te geven.
  • Oefen de pitch zodat je deze vlot en met enthousiasme kunt presenteren.
  • Houd je aan de tijd voor een effectieve en beknopte pitch. (tussen 1 en 3 minuten)
  • Spreek duidelijk, enthousiast en niet te zacht. 
  • Maak oogcontact. Hierdoor kun je het publiek beter bij je verhaal betrekken en kom je zelfverzekerder over. 
  • ................................................

Wat mag, maar moet niet: 1 dia maken met wat beeldmateriaal passend bij je pitch wat je als 'spiekbriefje' mag gebruiken. 

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Vul je spreekplan in
Oefen je pitch voor de spiegel of met iemand anders. 

Slide 18 - Diapositive