Havo 2 - Tekstverwerking bij paragraaf 2.1 (antwoorden)

Nakijken opdracht bij paragraaf 2.1
  • Bekijk de antwoorden van de opdrachten in LessonUp
  • Vergelijk met de antwoorden die jij hebt ingevuld
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Nakijken opdracht bij paragraaf 2.1
  • Bekijk de antwoorden van de opdrachten in LessonUp
  • Vergelijk met de antwoorden die jij hebt ingevuld

Slide 1 - Diapositive

Welke producten haalde de Republiek uit het Oostzeegebied?
Antwoord: Graan en hout

Slide 2 - Diapositive

Geef een verklaring waarom Amsterdam eind 16e eeuw de belangrijkste handelsstad werd in plaats van Antwerpen.
Antwoord: Antwerpen werd in 1585 heroverd door de Spanjaarden (want Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en Noordelijke Nederlanden). Kooplieden en ambachtslieden vluchtten naar Holland en zette daar hun handel voort. Zo kon Amsterdam de belangrijkste handelsstad worden.

Slide 3 - Diapositive

Leg uit hoe handelaren in de Republiek steeds rijker werden
Antwoord: Handelaren in de Republiek kochten producten in en verkochten deze dan weer voor winst. Met de winst kochten ze weer nieuwe producten om met winst te verkopen en zo werden de handelaren steeds rijker.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit hoe een stapelmarkt werkt en welk voordeel dit had voor handelaren
Antwoord: Bij een stapelmarkt worden de ingekochte producten opgeslagen in pakhuizen, dus letterlijk opgestapeld. De producten worden pas verkocht als er schaarste is op de markt (er is dan weinig aanbod, maar wel veel vraag). Op dat moment kunnen handelaren de producten voor meer geld aanbieden. Het voordeel voor de handelaren is dat ze zo nog meer winst kunnen maken.

Slide 5 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met een wereldeconomie
Antwoord: Bij een wereldeconomie worden producten uit landen over de hele wereld met elkaar verhandeld. De economie strekt zich dus uit over landen over alle werelddelen.

Slide 6 - Diapositive

Hoe was de economie van de Republiek onderdeel van de wereldeconomie? Gebruik VOC en WIC in je antwoord.
Antwoord: De economie van de Republiek werd onderdeel van de wereldeconomie doordat de Republiek verschillende handelsbedrijven oprichtte om met landen over de hele wereld te handelen. Bijvoorbeeld de VOC die in producten uit Azië handelde en de WIC die in producten en slaven handelde in Afrika en Amerika.

Slide 7 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met driehoekshandel?
Antwoord: Driehoekshandel is de handel tussen Europa, Afrika en Amerika. Europese goederen werden in Afrika verhandeld voor slaven. De gekochte slaven werden verscheept naar Amerika, daar werkten de slaven op plantages. De producten van de plantages werden vervolgens naar Europa verscheept.

Slide 8 - Diapositive

Waarom handelde de WIC in slaven?
Antwoord: Na de ontdekking van Amerika hadden Europeanen daar plantages aangelegd. Op die plantages moest zwaar werk gedaan worden. Voor dit zware werk kochten Europeanen slaven, daarom handelde de WIC in slaven.

Slide 9 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met dat slaven totaal rechteloos waren? 
Antwoord: Slaven waren volgens de wet het bezit van iemand (net zoals vee). De eigenaar kon doen met de slaven wat die wilde, het was zijn/haar eigendom. 

Slide 10 - Diapositive

Welk verband bestaat er tussen driehoekshandel, slavenhandel en plantageslavernij? (verband = op welke manier dingen iets met elkaar te maken hebben)
Antwoord: De slavenhandel was onderdeel van de driehoekshandel, omdat bij deze handel uit Afrika slaven werden gekocht die naar Amerika werden verscheept. In Amerika werkten de slaven op een plantage van Europese eigenaren, dat is plantageslavernij. De plantageproducten werden vervolgens in Europa verhandeld en daar kocht men nieuwe goederen om weer in Afrika slaven te kunnen kopen voor de plantages. 

Slide 11 - Diapositive

Ga aan de slag met het volgende:
  • Bestudeer de onderdelen die je nog niet goed had nogmaals in de tekst van paragraaf 2.1
  • Ga daarna aan de slag met opdracht 1 t/m 15 van paragraaf 2.1 in Memo (zie leermiddelen in Magister)

Slide 12 - Diapositive