GMHC 21/06

Programma
  • Vorige les: regering en Tweede Kamer.
  • Actievoeren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
  • Vorige les: regering en Tweede Kamer.
  • Actievoeren

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00
Wie is de baas in Nederland? Waarom?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Burgerschap
Thema  4 Politiek
Les 4 Actie

Slide 4 - Diapositive

Thema 4-Les 4 Actie
In deze les leer je:
  • wat met actievoeren wordt bedoeld
  • dat mensen die actievoeren zo veel mogelijk mensen willen bereiken
  • dat een actie aandacht kan krijgen in de politiek

Slide 5 - Diapositive

Waarom voeren
mensen actie?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Wat gebeurt hier?

timer
2:00

Slide 9 - Question ouverte

Wat gebeurt hier?
  1. Er is een probleem: auto's rijden te hard(gevaarlijke situatie)
  2. Mensen voeren actie(protest)
  3. De politiek lost het probleem op: er komt een zebrapad en een verkeersbord. 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 1
Lees de tekst op blz. 119 en maak opdracht 1 op blz.120 en 121

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1
b. Wat hebben deze posters met actievoeren te maken.
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

Opdracht 1
c. Wat is het doel van de acties op alle posters?
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht 1
d.Wat is het doel van de actie op poster 2?
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Opdracht 1
e.Wat is het doel van de actie op poster 3?
timer
1:00

Slide 15 - Question ouverte

f. Welke actie zou jij steunen?
Ik zou de actie van poster......steunen, omdat......
timer
1:00

Slide 16 - Question ouverte

Wat is actievoeren?
A
Stemmen tijdens de verkiezingen
B
Mee mogen praten over politieke keuzes
C
Iets doen om proberen een doel te bereiken
D
Plannen maken om problemen in een land op te lossen

Slide 17 - Quiz

Je kunt invloed hebben op politieke keuzes door
A
te stemmen
B
actie te voeren
C
alleen A is goed
D
A en B zijn goed

Slide 18 - Quiz