VEI M4 7.2 De lever

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

§7.2 De lever

Lesdoel:

• Je kunt de functies van de lever noemen
• Je kunt omschrijven wat hepatitis is

Ligging van de lever

Leverslagader: zuurstofrijk bloed stroomt naar de lever

Poortader: zuurstofarm bloed vanuit de wand van het darmkanaal

Leverader: zuurstofarm bloed stroomt van de lever

Functies van de lever

1. Constant houden van het glucosegehalte
2. Bewerken van voedingsstoffen
3. Produceren van gal
4. Afvalstoffen afbreken
5. Gifstoffen uit het bloed halen 

Tekst

Constant houden van het glucosegehalte

• Glucose wordt omgezet in glycogeen
• Glycogeen wordt opgeslagen in de lever 

Denk aan de rol van de hormonen insuline en glucagon

Bewerken van voedingsstoffen

• Fibrinogeen vormen uit eiwitten 

Produceren van gal

• De lever vormt gal
• Gal wordt opgeslagen in de galblaas
• Via de galbuis wordt gal aan de twaalfvingerige darm gevoerd
• Gal emulgeert vetten 

Afvalstoffen afbreken

• Dode rode bloedcellen:

      hierbij ontstaan galkleurstoffen; dit geeft een   

      bruine kleur aan de ontlasting.

• Overtollige eiwitten afbreken

      Hierbij ontstaat de giftige stof ureum. Dit           

      wordt aan het bloed afgegeven en via de 

      nieren uitgescheiden

Gifstoffen uit het bloed halen

• Alcohol, drugs en medicijnen afbreken (bijvoorbeeld)
• Afgebroken gifstoffen worden uitgescheiden via de nieren

Hepatitis

• Ontsteking van de lever door hepatitisvirus
• Een besmet persoon heeft Hepatitis 

Hepatitis B

- bloed, sperma, vaginaal vocht

- eerst milde verschijnselen

- later leverkanker of levercirrose

Thema 7 Opslag, uitscheiding en bescherming

Leerdoelen bij 7.3 De nieren

• Je kunt de delen van de nieren en van de urinewegen noemen en hun kenmerken en functies.
  

Begrippen bij 7.3 De nieren

1. urineleiders
   
2. urine
3. nierbekken
4. nierschors
5. niermerg
6. nier
7. nier-aders
8. nierslagaders
9. urineblaas
10. urinebuis

Functie nieren

• Uitscheiding: afvalstoffen uit het bloed halen en verwijderen uit je lichaam.
• Bloed loopt door de nieren, via de nierslagader.
• Bloed wordt gezuiverd in de nieren en stroomt terug via de nierader.
• De afvalstoffen verlaten het lichaam via urine.

De onderdelen van de nier

• Nierschors en het niermerg uitscheiding van te veel water, afvalstoffen en onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen, 
• Nierbekkens: verzamelen van urine

• Urineleiders: afvoeren van urine van de nieren naar de blaas.

• Urineblaas: tijdelijke opslag van urine. 

• Urinebuis: urine vanuit de blaas naar BUITEN vervoeren (=plassen= uitscheiden)

De ligging van de nieren. Boven in de buikholte. Achter de lever en de maag.

• Nierslagaders vervoeren zuurstofrijk bloed naar de nieren. Het bloed bevat overtollige en schadelijke stoffen. 

• Nieraders vervoeren zuurstofarm en gezuiverd bloed terug naar het hart.

Nieren van een mens

Samenstelling urine

Kleur urine

Maken

• opdr. 5 t/m 7
• Test jezelf
• Nakijken