HC opkomst burgerij 1050-1700: Oefenen voor de toets (deel II)

Voorbereiding Toets 'Burgers'
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding Toets 'Burgers'

Slide 1 - Diapositive

De beeldenstorm vond plaats in:

Slide 2 - Carte mentale

Wat is het belang dat hoort bij het begrip: Dertigjarige Oorlog?

Slide 3 - Carte mentale

Noem drie woorden die je
gebruikt bij de uitleg van het begrip begijnen (voer ze los in)

Slide 4 - Carte mentale

Een bewering: 
De afspraak 'cuius regio eius religio' (wiens gebied, diens gebed) uit de Vrede van Augsburg maakte duidelijk dat het politieke en culturele beleid van keizer Karel V in het Duitse rijk mislukt was.

(4p) Klopt deze bewering? Licht je antwoord toe.


Slide 5 - Diapositive

maximumscore 4
Kern van een juist antwoord is: 

Ja, deze bewering klopt.
• Het culturele beleid was het zorgen voor het bestaan van slechts één geloof: het katholieke. Met deze afspraak konden lokale heersers hiervan afwijken door het protestantisme in hun gebied op te leggen en was er dus geen eenheid van geloof.
• Het politieke beleid was zorgen voor politieke eenheid in het Duitse Rijk met de keizer aan de top. Met deze afspraak werd definitief duidelijk dat het Duitse Rijk politiek verscheurd was en veel lokale heersers zich niets aantrokken van de keizer.

Slide 6 - Diapositive

KA: Luther

Slide 7 - Carte mentale

Wat is het belang dat hoort bij het begrip: mercantilisme?

Slide 8 - Carte mentale

Hoe heet het tijdvak dat hoort bij de Vroege Middeleeuwen?

Slide 9 - Question ouverte

Wat was het eerst?
A
Val van Antwerpen
B
Unie van Utrecht
C
Spaanse Furie
D
Ban van Willem van Oranje

Slide 10 - Quiz

Wat is het belang dat hoort bij het begrip: Moedernegotie?

Slide 11 - Carte mentale

Wie heeft de meeste macht in de Republiek tussen 1650 en 1672? Kies het beste antwoord
A
stadhouder
B
gemeen
C
regenten
D
patriciërs

Slide 12 - Quiz

In 1600 werd Maurits door de Staten-Generaal naar Vlaanderen gestuurd om Duinkerken (waar veel kapers hun thuishaven hadden) te veroveren. Maurits wilde zelf liever Antwerpen aanvallen, maar de Staten van Holland wilden geen inname van die stad. De veldtocht eindigde met de Slag bij Nieuwpoort, een overwinning voor Maurits, maar zonder blijvend resultaat.

2p 6 Noem twee redenen waarom de Staten van Holland Antwerpen niet wilden veroveren.

Slide 13 - Diapositive

maximumscore 2
  
Voorbeeld van een juist antwoord is:

Voor de Staten van Holland (en Amsterdam) zou aansluiting van Antwerpen bij de Republiek (twee van de volgende):
− een (handels)concurrent betekenen.
− meer katholieke invloed betekenen (waardoor hun eigen, Calvinistische invloed in de Republiek zou afnemen).
− meer prestige betekenen voor de stadhouder (waar ze geen goede relatie mee hadden).

per juiste reden 1

Slide 14 - Diapositive

Koppel het begrip 'bedelorden' aan het best passende kenmerkende aspect

Slide 15 - Question ouverte

Gebruik bron 3.
De stad Antwerpen neemt vanaf 1585 een belangrijke plaats in als onderwerp van propaganda tijdens de periode van de Opstand.

2p 8 Geef aan welke propagandaboodschap over Antwerpen hier wordt afgebeeld, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

8 maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De boodschap is dat het overgaan van de stad in Spaanse handen de eendracht herstelt in / voordelig is voor (de economie van) Antwerpen 1
• wat wordt afgebeeld door (een van de volgende): 1
- Philips II en de Spaanse landvoogd die met lauwerkransen gehuldigd worden als helden.
- het gezamenlijk wegvluchten van de slechte eigenschappen voor het Spaanse bestuur / het afschrikken van de slechte eigenschappen door het Spaanse bestuur.
- de handelsschepen die richting Antwerpen varen (zodat de handel na de verovering bloeit).
Opmerking Alleen als de propagandaboodschap juist wordt weergegeven, wordt 1 scorepunt toegekend aan een passende verwijzing naar de bron.

Slide 18 - Diapositive