Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Kunstgeschiedenis = De geschiedenis van kunststromingen, kunststijlen, kunstwerken en kunstenaars.
Kunstbeschouwing = Hoe bekijk (beschouw) je kunst? Door aandachtig te kijken naar het effect van de beeldaspecten, materialen en technieken die door een kunstenaar in een kunstwerk zijn gebruikt kun je de bedoeling van de kunstenaar leren herkennen.
Beeldaspecten = Dat zijn onder andere: vorm, kleur, licht, ruimte, compositie, structuur, textuur en beweging. Je kunt het vergelijken met de “taal” van een kunstwerk.
Met behulp van de beeldaspecten vertelt een kunstenaar een verhaal, zoals je ook met woorden een verhaal vertelt. Daarbij zijn ook andere beeldende middelen belangrijk, zoals de materialen die gebruikt zijn.
De stof voor het CSE is staat binnenkort op Lessonup, net als alle uitgewerkte beeldaspecten. Tevens krijg je begin van nieuwe kalenderjaar het examenmagazine dat je krijgt bij het CPE. Ieder jaar gaat de stof over een nieuw thema. Er worden binnen het thema verschillende subthema’s behandeld. Dit zijn allemaal onderwerpen die in het CSE aan bod kunnen komen.
Maar let op! Niet alle onderwerpen komen aanbod. Er zullen vragen worden gesteld over slechts enkele van de onderwerpen. Je weet niet welke onderwerpen in het getoetst worden, dus je moet alle stof goed bekijken. De makers van het CSE kunnen ook vragen stellen over kunstenaars en kunstwerken die wel bij het thema horen, maar die niet in de examenstof behandeld worden. Dan moet je wat je hebt geleerd zelf toepassen op deze vragen.
Het “Wie?” en “Wanneer?” is achtergrondinformatie. Het is voldoende om dit goed door te lezen.
Wie?: Naam van de kunstenaar, geboortedatum, geboorteplaats; zijn/haar leven (biografie).
Het “Wanneer?” is achtergrondinformatie. Het is voldoende om dit goed door te lezen.
Wanneer?: De tijd waarin de kunstenaar werkte, de gebeurtenissen die plaats vonden. Als de gebeurtenissen invloed hebben gehad op het werk van de kunstenaar, bijvoorbeeld op de betekenis ervan, gaan die gebeurtenissen bij het “waarom?” horen. De jaartallen van de kunstwerken hoef je niet te kunnen noemen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.