2VMH voorbereiding test chapitre 2

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Test chapitre 2 - volgende week

Wat leer je voor de test chapitre 2? 

woorden Bron A, B, E, F blz. 88 t/m 89, 

phrases-clés Bron C, G blz 90 en 

grammatica Bron D en H blz 91.

Hoe leer je?

Maak de oefentoets en alle onderdelen van Slim Stampen!

Grammaire D

het bijvoeglijk naamwoord - l'adjectif 

Welke bijvoeglijke naamwoorden vind je in het boek bij grammaire D en in de woordenlijst?

Hoe weet je of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is in het Frans?

1. Dat weet je gewoon
2. Er staat le of la voor.
3. Er staat un of une voor.
4. Het woord eindigt op een -e of niet.

Ma soeur est

actif

active

Mon chat est

vieux

vieille

Ma chambre est

beau

belle

Grammaire H

de regelmatige werkwoorden op -er

Regelmatige werkwoorden
Welke ken je al en welke staan in de woordenlijst?

Wat was het ezelsbruggetje voor de werkwoorden op -er?

Vervoeg: Tu _____ (aimer) ton chien.

1. aimons
2. aiment
3. aime
4. aimes

Vervoeg: Nous _______ (jouer) à la console.

1. jouons
2. joue
3. jouez
4. jouent

Vervoeg: Damien _______ (aider) sa mère dans le jardin

1. aides
2. aide
3. aidons
4. aidez

Vervoeg: Julie et Sophie ________ (jouer) à Paris.

1. habitent
2. habitons
3. habite
4. habitez

Vervoeg: Je _______ (rencontrer) mon copain dans le weekend

1. rencontres
2. rencontrent
3. rencontrez
4. rencontre

Phrases clés 

Vertellen over jouw familie en over jouw huis

Schrijf één zin over jouw familie en één zin over jouw huis. Gebruik de phrases clés.