Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
WELKOM BIJ NEDERLANDS!
Hang je jas op aan de kapstok.
Ga rustig zitten en leg je spullen klaar:
- je leesboek
- pen
- schrift & Nieuw Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
lezen 10 minuten
Vorige les: intro cursus 1 §5
Leerdoelen: je herkent hoofd- en bijzaken in een tekst
Opdrachten maken
Vragen/ Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
lezen 10 minuten
Vorige les: kort terughalen
Leerdoelen: je herkent hoofd- en bijzaken in een tekst
Opdrachten
Vragen/ Afsluiten
Slide 3 - Diapositive
Lezen
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
Cursus 1 Meer dan lezen
§5 Hoofd- en bijzaken
Blz. 30
Slide 5 - Diapositive
Uitleg
De belangrijkste informatie in een tekst noemen we de .....
Wat niet zo belangrijk is, zijn de ......
Maar, waar vind je die?
Slide 6 - Diapositive
Uitleg
Als je een tekst moet onthouden, kun je de belangrijkste informatie in een ..... zetten.
Slide 7 - Diapositive
Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken vind je in:
- Inleiding of slot (hele tekst);
- Eerste of laatste zin (alinea).
Dat is dan de belangrijkste zin (kernzin) van de alinea. In de zinnen ervoor of erna staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld van iets uit de belangrijkste zin.
Er zijn woorden waaraan je kunt zien dat er een voorbeeld of een uitleg volgt: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals of onder andere (signaalwoorden).
Slide 8 - Diapositive
Samenvatting
Belangrijkste zinnen van alinea’s onder elkaar zetten;
Voorbeelden of lange uitleg = meestal niet in je samenvatting;
Beginnen of eindigen met hoofdgedachte van de tekst (het belangrijkste wat schrijver zegt in een zin).
Slide 9 - Diapositive
Hoofd- en bijzaken: Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken uit de tekst
B
Extra uitleg
C
De eerste zin van elke alinea
D
De minst belangrijke zaken uit de tekst
Slide 10 - Quiz
Hoofd-en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Een kernzin bevat ....
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
hoofd- en bijzaken
Slide 12 - Quiz
Lees de volgende uitspraken over hoofd- en bijzaken.
1. Hoofdzaken staan meestal alleen in het begin van een tekst. 2. Als je een signaalwoord ziet, weet je dat er een bijzaak volgt.
Welke uitspraak over hoofd- en bijzaken is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Alleen uitspraak 2 is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 13 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
In Nederland mag acht uur per jaar, van 31 december 18:00 uur tot 1 januari 02:00 uur, vuurwerk afgestoken worden.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 14 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of een bijzaak?
Het komt bijvoorbeeld tot uiting op Koningsdag, een nationale feestdag die eind negentiende eeuw voor het eerst gevierd wordt.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 15 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak? Er zijn mensen die zeggen dat dat nou eenmaal het risico is van vuurwerk en dat je daar zelf voor zou moeten mogen kiezen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 16 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of een bijzaak?
De afgelopen jaren wordt het Oranjegevoel vooral gewekt in de Nederlandse sport.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 17 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Het gaat dan niet meer om 'schattige' sterretjes of 'nare' rotjes, maar om heuse vuurwerkbommen met letterlijk de kracht van een granaat
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 18 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of een bijzaak?
Maar liefst 4,1 miljoen kijkers stemden in Nederland af op de finale en de Leeuwinnen kregen een grootse huldiging in Utrecht.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 19 - Quiz
hoofdzaak
bijzaak
kernzin
de rest van de alinea
Hierin wordt extra info gegeven, zoals voorbeelden of uitleg.
Dit is de belangrijkste informatie in een tekst.
Hierin staat de belangrijkste informatie van een alinea.