Taal blok 8 week 3 les 13

Lesdoel

Je leert hoe je een email of een brief moet schrijven.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel

Je leert hoe je een email of een brief moet schrijven.

Slide 1 - Diapositive

Taal blok 8 week 3 les 13
Een email schrijven

Slide 2 - Diapositive

Boven een e-mail
staat het onderwerp.
waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

In een e-mail gebruik
je geen hoofdletters
en punten.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

In een e-mail staat
een inleiding, een kern
en een slot.
waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

jim@thuis.nl is
een e-mailadres.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Lees de brief van Karlijn
Hoi groep 4,

Het is super leuk op vakantie.
We hebben al veel olifanten en
zebra's gezien. Over één week
kom ik weer naar school! Dan kan ik jullie weer lesgeven :)
Tot snel!

Groetjes,
Karlijn

Slide 7 - Diapositive

Wie heeft de e-mail geschreven?

Slide 8 - Question ouverte

Lees de email van Jim
Van: jim@thuis.nl
Onderwerp: vakantie


Hoi groep 4,

Ik ga volgende week al op vakantie. We
gaan naar Frankrijk. We gaan met de auto.
Het is wel even rijden hoor! Waar gaan jullie
allemaal naar toe op vakantie? En wie zou
er in de vakantie nog willen afspreken met
mij? Anders zie ik jullie na de vakantie in
groep 5!

Groetjes van Jim

Slide 9 - Diapositive

Je gaat een mail terug schrijven.
Bedenk het onderwerp voor de e-mail

Slide 10 - Question ouverte

De inleiding begin je met een groet. Schrijf een groet aan Jim

Slide 11 - Question ouverte

In de kern geef je antwoord op de vragen van
Jim. Je kunt zelf ook nog iets vertellen.

Schrijf kort op wat je in de kern gaat
opschrijven:

Slide 12 - Question ouverte

Daarna sluit je de e-mail af met een groet en je naam:

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf een mail terug aan Jim:
- wat vind je ervan dat Jim op vakantie is?
- waar ga jij op vakantie?
-wil je afspreken met Jim?

Slide 14 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Question ouverte