Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
TaalCompleet A2 Thema 1 (herhaling)
Mijn vrouw is ......... Ze gaat volgende maand bevallen.
A
jarig
B
ziek
C
zwanger
D
geboren
1 / 42
suivant
Slide 1:
Quiz
NT2
ISK
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Mijn vrouw is ......... Ze gaat volgende maand bevallen.
A
jarig
B
ziek
C
zwanger
D
geboren
Slide 1 - Quiz
Zinnen maken richting A2
Slide 2 - Diapositive
1.1 Je gaat kennismaken met je nieuwe buren
Wat vraag je?
Hoe heet u?
Woont u hier al lang?
Heeft u kinderen?
Wat zeg je?
Leuk je te ontmoeten.
Ik heet.....
Ik ben (niet) getrouwd.
Ik heb (geen) kinderen.
Ik kom uit.....
Slide 3 - Diapositive
Dag buurman, mag ik een hamer van je ............ ?
A
kopen
B
lenen
C
huren
D
krijgen
Slide 4 - Quiz
Ik heb twee broers. De .............. heet Ahmed. Hij is 30 jaar. De .............. heet Ali en hij is 25 jaar.
A
oudste - jongste
B
oude - jonge
C
oud - jong
D
ouden - jongen
Slide 5 - Quiz
1.2 zinnen maken
Slide 6 - Diapositive
Dit weet je:
wie of wat
eerste werkwoord
rest
tweede werkwoord
Ik
ga
morgen soep
koken.
De cursisten
willen
goed Nederlands
leren.
Mijn dochter
kan
morgen niet naar school
komen.
Slide 7 - Diapositive
Maak de zin af:
Mijn broer wil .................................
Slide 8 - Question ouverte
Ik kan ..........................
Slide 9 - Question ouverte
Dit weet je ook:
wie of wat
eerste werkwoord
tijd
wie of wat
plaats
Ik
ga
morgen
met mijn zus
naar Den Haag.
Wij
zijn
vanavond
samen
op school.
Hij
heeft
volgende week
een afspraak
bij de dokter.
Slide 10 - Diapositive
Maak een goede zin:
naar de markt | Wij | elke zaterdag | gaan | samen
Slide 11 - Question ouverte
met een voetbal | spelen | De kinderen | op zaterdagmiddag | in de tuin
Slide 12 - Question ouverte
1.5 Hoe gaat het?
Slide 13 - Diapositive
1.6 Er is - er zijn
Slide 14 - Diapositive
Praat samen: gebruik Er is... / Er zijn...
Slide 15 - Diapositive
1.7 en - maar - want of -dus
Slide 16 - Diapositive
De keuken is modern ....... de koelkast is oud.
A
en
B
maar
C
want
D
of
Slide 17 - Quiz
Het is mooi weer ...... de kinderen gaan buiten spelen.
A
of
B
maar
C
want
D
dus
Slide 18 - Quiz
Mijn buik doet pijn ....... ik ga morgen naar de dokter.
A
of
B
maar
C
dus
D
want
Slide 19 - Quiz
Maak de volgende zinnen af:
Slide 20 - Diapositive
We hebben een balkon, maar ...........
Slide 21 - Question ouverte
Ik heb geen geld, dus ..............
Slide 22 - Question ouverte
Ik ben blij, want ........
Slide 23 - Question ouverte
1.8 Marktplaats
Slide 24 - Diapositive
Op Marktplaats vind je veel ........... spullen.
A
advertenties
B
tweedehands
C
kopen
D
verkopen
Slide 25 - Quiz
Wil je iets verkopen? Dan kun je zelf een ........... op Marktplaats zetten.
A
advertentie
B
tweedehands
C
verkopen
D
kopen
Slide 26 - Quiz
1.9 De grote kast - de kleine spiegel
Slide 27 - Diapositive
In de kamer staat een ........... kast.
A
groot
B
grote
C
grootte
D
groten
Slide 28 - Quiz
In de winter draag ik een ........ sjaal.
A
wol
B
wolle
C
wollen
D
wolen
Slide 29 - Quiz
Het tafeltje in de woonkamer is ........
A
houten
B
hout
C
van hout
D
houte
Slide 30 - Quiz
1.10 Op het station
Slide 31 - Diapositive
De trein heeft 10 minuten ............ Nu kom ik te laat op mijn werk.
Slide 32 - Question ouverte
Je kunt een kaartje kopen bij de ................
Slide 33 - Question ouverte
1.11 Ik begrijp - hij begrijpt
Slide 34 - Diapositive
....... je bij een club in Den Haag?
A
Voetballen
B
Voetbalt
C
Voetbal
Slide 35 - Quiz
De trein .............. van spoor 4.
A
vertrekken
B
vertrekt
C
vertrek
Slide 36 - Quiz
De trein .............. van spoor 4.
A
vertrekken
B
vertrekt
C
vertrek
Slide 37 - Quiz
1.15 klein, kleiner - groot, groter
Slide 38 - Diapositive
De groene jurk is mooi, maar de zwarte jurk is ...........
Slide 39 - Question ouverte
Ik vind koffie ................. thee (lekker).
Slide 40 - Question ouverte
Den Haag is .................. Leiden (groot).
Slide 41 - Question ouverte
maak een zin:
mijn pen - jouw pen (mooi)
Slide 42 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
TaalCompleet A2 Thema 1 (herhaling)
Novembre 2024
- Leçon avec
42 diapositives
NT2
ISK
TaalCompleet A2 Thema 1 (herhaling)
il y a 14 jours
- Leçon avec
42 diapositives
NT2
ISK
TaalCompleet A2 Thema 1 (herhaling)
Octobre 2024
- Leçon avec
49 diapositives
NT2
ISK
TaalCompleet Thema 1 (herhaling)
il y a 6 jours
- Leçon avec
41 diapositives
NT2
ISK
Les 6 online
Septembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
NT2
HBO
Studiejaar 4
inoefening taal
Février 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Hij het ze TCA2 thema 4
Mars 2024
- Leçon avec
10 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
Zinsconstructie
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
Secundair onderwijs