BVVJ 7.2 Kringloop

Thema 7 Ecologie en duurzaamheid
7.2 BK: Kringloop/ KGT: Voedselrelaties
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 7 Ecologie en duurzaamheid
7.2 BK: Kringloop/ KGT: Voedselrelaties

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we doen vandaag?
herhalen Relaties
leerdoelen 7.2
nieuwe theorie: BK: Kringloop/ KGT: Voedselrelaties
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Een voedselketen is :
A
rij organismen die elkaar eten
B
aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
C
rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten

Slide 3 - Quiz

Wat betekent de pijl in een voedselketen
A
maakt eten voor...
B
wordt gegeten door..
C
eet het volgende organisme..

Slide 4 - Quiz

Een voedselketen begint altijd met:
A
een dier
B
een plant
C
een schimmel

Slide 5 - Quiz

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens
C
Een kringloop van voedsel

Slide 7 - Quiz

Wat is een alleseter?
A
Eet alleen dieren
B
Eet alleen planten
C
Eet zowel planten als dieren
D
Eet afval

Slide 8 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
- kan je de kringloop van stoffen beschrijven.
- kan je aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.

Slide 9 - Diapositive

Inleiding
Als een organisme wordt opgegeten, komen de stoffen terecht in een ander organisme.

In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Slide 10 - Diapositive

producenten
consumenten
reducenten

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

producenten
Elke voedselketen begint met planten. 
Dat komt doordat planten het voedsel maken voor mensen en dieren.

Een ander woord voor maken is produceren.
Daarom worden planten ook wel producenten genoemd.

Planten produceren voedsel door fotosynthese.

Slide 13 - Diapositive

Met behulp van energie uit glucose en mineralen maakt de plant weer andere stoffen

b.v. bouwstoffen

Ook deze stoffen bevatten weer veel energie
mineralen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

consumenten
Dieren eten de stoffen die door planten zijn gemaakt.
Een ander woord voor eten en drinken is consumeren.
Dieren worden daarom ook wel consumenten genoemd.

Dieren vind je in de tweede en volgende schakels van voedselketens.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Consumenten van de eerste orde
Consumenten van de tweede orde
etc.

Slide 18 - Diapositive

reducenten
Afvaleters eten dode dieren en planten. 
Maar ze eten niet alle dode resten op. Een deel blijft achter.

Bacteriën en schimmels breken deze resten verder af. 
Bijvoorbeeld dode bladeren.

Een ander woord voor afbreken is reduceren.
Bacteriën en schimmels worden daarom ook wel reducenten genoemd.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Kringloop
Bij het afbreken van de dode resten van organismen komen voedingsstoffen voor planten vrij. Planten nemen deze stoffen weer op. Zo worden stoffen in de natuur steeds weer opnieuw gebruikt.

In de natuur maken alle stoffen een kringloop.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

biologisch afbreekbaar
niet-biologisch afbreekbaar

Slide 24 - Diapositive

biologisch afbreekbaar
Bacteriën en schimmels breken het afval van planten en dieren af. Daarom noem je het afval van planten en dieren biologisch afbreekbaar afval.

Mensen gebruiken planten en dieren om allerlei producten te maken. Een deel van die producten wordt afval.
Bijvoorbeeld broodkorsten, schillen en vleesresten.
Dit afval is ook biologisch afbreekbaar, omdat schimmels en bacteriën (reducenten) dit afval kunnen afbreken.

Slide 25 - Diapositive

niet-biologisch afbreekbaar
Soms bestaat afval niet uit resten van organismen.
Schimmels en bacteriën kunnen dit afval niet afbreken.
Daarom noem je dit afval niet-biologisch afbreekbaar afval.

Bijvoorbeeld glas, blik en plastic.
Dit afval blijft lang in het milieu liggen.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

VRAGEN??

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag
Maken en nakijken/ verbeteren
7.2

Slide 30 - Diapositive

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je uitleggen wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
- kan je de kringloop van stoffen beschrijven.
- kan je aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Hoe ging de les?
Volgende keer: Samen leven

Slide 33 - Diapositive