Th 4 Bss 1 De puberteit

2KGT thema 4
paragraaf 1 De puberteit
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2KGT thema 4
paragraaf 1 De puberteit
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Diapositive

Seksualiteit, welke woorden gebruik je thuis / met vrienden?

Slide 2 - Question ouverte

Afspraken
1. Gebruik woorden die in het boek gebruikt worden.
2. We praten niet over iemand (geen namen). Ook niet, zonder naam terwijl je weet over wie 
     het gaat. Geen persoonlijke dingen, over iemand.
3. Niet over jezelf, te-persoonlijk.
4. Beetje lacherig? - uit onzekerheid? - omdat je hierover nog niet (vaak) gesproken hebt?
5. Stoer? - 'ik weet het wel' - 'ik ben populair en laat zien hoe we hier met elkaar over praten'
                   - 'dan durft niemand wat tegen mij te zeggen'
6. Geen discriminerende, pijnlijke/lacherige opmerkingen over:
     hetero / homo / lesbisch / bi / transgenders etc.
We praten dus gewoon over seksualiteit, dat is wennen omdat het wat ongewoon is?!

Slide 3 - Diapositive

Wat wil je vragen over relaties en seksualiteit?  
Stop je vraag in de doos (zonder of met je naam). Elke les worden een paar vragen beantwoord.
Afspraak
Gebruik woorden die tijdens de les biologie worden gebruikt (ze staan in het boek). 
Geen onzinvragen, dat zou jammer zijn van de tijd :). Geen 'stoere' - grove vragen.
Vragen die gesteld worden, worden gesteld met respect voor iedereen, ongeacht de seksuele voorkeur.

Slide 4 - Diapositive

Puber, je verandert

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Geestelijke veranderingen
In de puberteit veranderen je gevoelens en gedachten. 
Dit noem je geestelijke veranderingen. Je krijgt steeds meer belangstelling voor anderen. 

Seksuele gevoelens en verlangens worden belangrijker. 
Als iemand zich sterk aangetrokken voelt voor één persoon wordt diegene mogelijk verliefd of krijgt verkering. Daarom kan de puberteit een leuke en spannende tijd zijn. 

Onzekerheid hoort ook bij de puberteit. 
Soms zijn er woede-uitbarstingen of huilbuien, zijn er gevoelens van eenzaamheid of verdriet. 
Als iemand ouder wordt, worden die gevoelens weer minder.

Slide 7 - Diapositive

Welk onderstaande voorbeeld is een vorm van geestelijke verandering?
A
Soms boos worden om niks.
B
Meer een gespierde lichaam krijgen.
C
Ontwikkeling van rondere lichaamsvormen.
D
Ontwikkeling van schaamhaar.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Sociale veranderingen
In de puberteit ga je je zelfstandiger gedragen tegenover de mensen thuis en op school. Je maakt meer je eigen keuze op gebied van bijvoorbeeld muziek en kleding.

Ook ga je anders om met vrienden of vriendinnen. 
Hun mening wordt steeds belangrijker en 'je wilt erbij horen'.


Tijdens de puberteit wil je graag zelf beslissen wat goed voor je is. Ouders of docenten verbieden soms dingen en dat vind jij misschien iets 'uit de kinderwereld'. Jij geeft eerder je mening en dat kan tot discussie leiden. 
Soms is het lastig om samen een conflict op te lossen..
Jij en je omgeving moeten wennen om-dat jij in de puberteit sociaal verandert.

Slide 10 - Diapositive

Lichamelijke veranderingen
Secundaire geslachtskenmerken:
Dit zijn lichameijke veranderingen die tijdens de puberteit, vanaf het 10e levensjaar  plaatsvinden:
- haargroei onder je oksels en bij je 
  geslachtsorganen
- groeispurt: je begint sneller te groeien

Primaire geslachtskenmerken:
- jongen : penis en balzak
- meisje : vagina en schaamlippen


De kenmerken waaraan je het geslacht (man of vrouw) herkent, noem je de geslachtskenmerken.

Slide 11 - Diapositive

geslachtskenmerken
Hormonen
Stoffen die allerlei processen in je lichaam regelen
Hormoonklieren
Klieren die de hormonen (stoffen) produceren.
Ze geven de hormonen af aan het bloed.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

"De baard in de keel"

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Welke secundaire geslachtskenmerk komt zowel bij mannen en vrouwen voor?

Slide 17 - Question ouverte

Geslachtskenmerken




Primair:
het is er al bij de geboorte

Secundair:
 het ontstaat in de puberteit

Slide 18 - Diapositive

Veranderen
Je verandert in je eigen tempo.
Lichamelijke veranderingen komen niet allemaal tegelijk.

Sommige jongens krijgen geen borsthaar en sommige mannen hebben weinig baardgroei.

Sommige meisjes zijn voor het eerst ongesteld als ze 11 jaar zijn, anderen
als ze 16 jaar zijn.
Onzeker zijn
De veranderingen kunnen je onzeker maken over bijv.
- de grootte van de penis of de borsten
- over je uiterlijk in het algemeen
- of je erbij hoort

Slide 19 - Diapositive

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 20 - Quiz

Zie je in de afbeelding alleen
primaire geslachtskenmerken?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

In de puberteit stel je je vaak afhankelijker op naar je ouders.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Welk(e) van deze kenmerken is of zijn een secundair geslachtskenmerk?
A
Alleen de balzak.
B
Alleen de lage stem.
C
Alleen vagina

Slide 23 - Quiz

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 24 - Quiz

Wanneer kun je de primaire geslachtskenmerken bij de mens zien?
A
Vanaf de geboorte
B
Tijdens de puberteit
C
Als de mens volwassen geworden is
D
Deze zie je niet

Slide 25 - Quiz

Leerdoel



1. Je weet en kunt uitleggen welke geestelijke, sociale en lichamelijke veranderingen er zijn tijdens de pubertijd.

2. Je weet en kunt uitleggen wat de primaire geslachtskenmerken zijn bij jongens en meisjes.






Slide 26 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 27 - Carte mentale

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Vidéo