h7.1 + h7.2

Hoofdstuk 7/8
7.1 /7.2/8.1
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7/8
7.1 /7.2/8.1

Slide 1 - Diapositive

1. Wat is een "open economie"?
A
De grenzen tussen alle landen staan open
B
In een open economie mag en kan alles
C
Een land dat veel in- en uitvoert

Slide 2 - Quiz

2. Wat is wederuitvoer?
A
de totale uitvoerwaarde
B
geëxporteerde goederen worden weer geïmporteerd
C
geïmporteerde goederen worden weer geëxporteerd
D
Een groot deel van het Nationaal Inkomen bestaat uit export

Slide 3 - Quiz

Wat is het percentage van ons nationaal inkomen dat we verdienen met export?
A
Importquote
B
Open economie
C
Contigentering
D
Exportquote

Slide 4 - Quiz

4. de exportquote bereken je door:
A
(exportwaarde x nationaal inkomen) : 1 00%
B
(exportwaarde : nationaal inkomen) x 100%
C
(exportwaarde : 100% x nationaal inkomen)
D
(nationaal inkomen : exportwaarde) x 100%

Slide 5 - Quiz

Een land dat veel in- en uitvoert in verhouding tot het nationaal inkomen, noem je ook wel...
A
Gesloten economie
B
Open economie

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor
doorvoerhandel is ...
A
wederinvoer
B
invoer
C
wederuitvoer
D
uitvoer

Slide 7 - Quiz

Om gelijkwaardige concurrentie mogelijk te maken, probeert de Europese Commissie de regels gelijk te trekken. Hoe noem je dit?
A
Gelijk trekken
B
Levelen
C
Harmonisatie

Slide 8 - Quiz

5. Bereken de exportquote:

BBP
650 miljard
Export
180 miljard
Import
79 miljard
A
12,2 %
B
39,8%
C
43,9%
D
27,7%

Slide 9 - Quiz

7. Wat betekent ECB?
A
Electric Card Banking
B
Europese Credit Bank
C
Europese Centrale Bakker
D
Europese Centrale Bank

Slide 10 - Quiz

8. Wat is geen taak van de ECB?
A
Geld uitlenen aan de eurolanden
B
omwisselen van vreemde valuta
C
eurobankbiljetten in omloop brengen
D
de inflatie bewaken

Slide 11 - Quiz

9. De ECB streeft naar stabiele prijzen in de EU. Wat is een andere taak van de ECB in europa?
A
Bij de ECB kan je binnen Europa geld pinnnen.
B
Bij de ECB kunnen producenten geld lenen.
C
De ECB regelt de uitgifte van bankbiljetten.
D
De ECB zorgt voor kredietverlening aan consumenten.

Slide 12 - Quiz

10. Wat is de hoofddoelstelling van de ECB?
A
Een soepel en betrouwbaar betalingsverkeer
B
Veilig houden van spaartegoeden
C
Een hoge koers van de euro
D
Stabiele prijzen (net geen 2% inflatie)

Slide 13 - Quiz

11.Hoe bereken je het inkomen per hoofd van de bevokling?
A
Het nationaal inkomen x het aantal inwoners
B
Het aantal inwoners / het nationaal inkomen
C
Het nationaal inkomen / het aantal inwoners

Slide 14 - Quiz

12. Als de daadwerkelijke lijn bij de Lorenzcurve ver af zit van de rechte lijn is het inkomensverschil
A
Heel groot
B
Heel klein
C
Gelijk gebleven

Slide 15 - Quiz

13. Hoe kan je de vicieuze cirkel van armoede doorbreken?
A
Meer noodhulp bieden
B
Meer en beter onderwijs bieden
C
De productie vergoten
D
Op jonge leeftijd gaan werken

Slide 16 - Quiz