Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
verbintenissenrecht HC 3 en 4
Stel een bepaling in een contract is onduidelijk. In welke volgorde gaan we kijken naar die bepaling om hem duidelijk te maken?
A
1. uitleg bepaling, 2. partijafspraken bekijken, 3. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid
B
1. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid 2. uitleg bepaling 3. partijafspraken
C
1. uitleg bepaling 2. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid 3. partijafspraken
D
1. partijafspraken 2. uitleg bepaling 3. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid
1 / 16
suivant
Slide 1:
Quiz
rechten
WO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Stel een bepaling in een contract is onduidelijk. In welke volgorde gaan we kijken naar die bepaling om hem duidelijk te maken?
A
1. uitleg bepaling, 2. partijafspraken bekijken, 3. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid
B
1. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid 2. uitleg bepaling 3. partijafspraken
C
1. uitleg bepaling 2. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid 3. partijafspraken
D
1. partijafspraken 2. uitleg bepaling 3. wet gewoonte en redelijkheid en billijkheid
Slide 1 - Quiz
een inkoppertje:
wat is de Haviltex maatstaf en wat de CAO-norm?
A
Haviltex = bedoeling partijen CAO = taalkundig
B
Haviltex = taalkundig CAO = bedoeling partijen
C
Haviltex = dom dom bedrijf CAO = Curacao Altijd Opperhoofd
Slide 2 - Quiz
Waar ging het arrest HR Meyer / Pontmeyer ook alweer over?
A
Bij betrokkenheid derde is taalkundige uitleg leidend
B
Bij betrokkenheid derde kan de haviltex maatstaf in uitzonderingen toch gebruikt
C
Bij commerciële contracten is de taalkundige uitleg wel belangrijk
D
Bij commerciële contracten is de Haviltex maatstaf belangrijk
Slide 3 - Quiz
En HR Lundiform/Mexx??
A
CAO-norm leidend bij commerciële contracten
B
Haviltex maatstaf leidend bij commerciële contracten
C
Entire agreement clausule
D
exoneratie clausule
Slide 4 - Quiz
Leg uit wat Contra Proferentem betekend binnen het contractenrecht.
Slide 5 - Question ouverte
Geef de definitie van "kwalitatief recht"
Slide 6 - Question ouverte
wie is wie bij een derdebeding?
A
Stipulator = partij die ten behoeve van derde bedingt Promissor = wederpartij
B
Promissor = partij die ten behoeve van derde bedingt Stipulator = wederpartij
C
Stipulator = derde Promissor = partij die. ten behoeve van derde bedingt
D
Promissor = derde stipulator = partij die ten behoeve van derde bedingt
Slide 7 - Quiz
Geef een voorbeeld van blokkering paardensprong (art 6:257 BW)
Slide 8 - Question ouverte
Leg uit de samenhang tussen het Citronas-Arrest, het Gegaste uien-arrest en het Securicor-arrest.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is niet een gezichtspunt in het geval van samenhangende overeenkomsten?
A
Er is een vaste betrekking tussen huurverkoper en financier
B
de overeenkomst is toestand gekomen met medewerking van alle drie de partijen
C
De huurverkoper en de financier vallen onder hetzelfde bedrijf.
D
de huurverkoper heeft opgetreden namens als gevolmachtigde van de financierder
Slide 10 - Quiz
Hoorcollege 4
Algemene voorwaarden
Slide 11 - Diapositive
Wanneer is een beding een algemene voorwaarden?
A
Als het bestemd is voor meerdere overeenkomsten
B
Als het een kernbeding is
C
Als het geen kernbeding is
D
Als het slechts door 1 partij is opgesteld
Slide 12 - Quiz
Wat betekend de snelle gebondenheid en in welk artikel staat het?
A
er moet sprake zijn van alleen een aanbod. art 6:217 BW
B
er moet sprake zijn van aanbod en aanvaarding art. 6: 217 BW
C
er moet sprake zijn van aanbod en aanvaarding, maar je kan niet ontbinden art 6:333 BW
D
er moet sprake zijn van aanbod en aanvaarding, maar je bent ook gebonden als wil en verklaring niet overeenstemmen art 6:232 BW
Slide 13 - Quiz
Wat is battle of forms?
A
Een geweldig slachtveld van bedingen
B
beide bedrijven verklaren hun alg. voorwaarden van toepassing
C
Beide bedrijven willen de alg. voorwaarden van de ander niet accepteren
D
Beide bedrijven willen helemaal geen alg. voorwaarden in de overeenkomst
Slide 14 - Quiz
Wat is het verschil tussen de grijze en zwarte lijst met vernietigingsgronden (art 6:236 en 237 BW)?
Slide 15 - Question ouverte
Leg uit wat Hof EU Oceano-arrest en het HR Heesakker/Voets-arrest heeft bepaald.
Slide 16 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Hoofdstuk 16 algemene voorwaarden
Mars 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Handel
MBO
Studiejaar 1
H16 Verbintenissenrecht L1 P2 2022
Janvier 2023
- Leçon avec
47 diapositives
rechten
MBO
Studiejaar 1
Week 4 - De overeenkomst (deel 1)
Septembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Verbintenissenrecht
MBO
Studiejaar 4
Inleiding verbintenissenrecht 2
Avril 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Juridisch
MBO
Studiejaar 1
H16 Verbintenissenrecht L1 P3
Mars 2022
- Leçon avec
32 diapositives
rechten
MBO
Studiejaar 1
Verbintenissenrecht
Janvier 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Verbintenissenrecht
MBO
Studiejaar 2
Consumentenrecht - week 1: uitleg en inleiding
Février 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Consumentenrecht
MBO
Studiejaar 2
Goederenrecht les 1
Décembre 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Goederenrecht
MBO
Studiejaar 3