BS 6 Voeding en vertering bij zoogdieren

BS 6 Voeding en vertering bij zoogdieren
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BS 6 Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit. 

Slide 2 - Diapositive

Voedsel van dieren
Planteneters, diereneters en alleseters

Plantaardig voedsel is lastiger te verteren door de celwand van plantencellen. Onderdeel daarvan is cellulose. 

Slide 3 - Diapositive

Planteneters
Herbivoren

Relatief een lang darmkanaal door de celwanden

Plooikiezen: fijnmalen van voedsel

Slide 4 - Diapositive

Diereneters
Ze hebben dan ook een kort darmkanaal in verhouding tot hun lichaamslengte, dus een slanker lichaam. 
Vleeseters hebben knipkiezen en scherpe hoektanden.
Bovenkaak is breder dan onderkaak.

Slide 5 - Diapositive

Alleseters
Bij alleseters is de lengte van het darmkanaal in verhouding tot de lichaamslengte middellang. 
Alleseters hebben knobbelkiezen met hoektanden. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken BS 6 opdr. 1 t/m 8.

Slide 9 - Diapositive

Leerdoel behaald?
Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit. 

Slide 10 - Diapositive