Hoofdstuk 4: Gemeenschappelijke levensbeschouwingen

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4: Gemeenschappelijke levensbeschouwingen

Leerdoelen: blz. 31

4.1 Gemeenschappelijke levensbeschouwingen

Vraag: Wat is een gemeenschappelijke levensbeschouwing?

Een levensbeschouwing die gedeeld wordt door een grote groep mensen.

Vraag: Is een gemeenschappelijke levensbeschouwing altijd een godsdienst?

• Nee, er zijn ook gemeenschappelijke levensbeschouwingen die niet in God geloven, ze hebben wel heel wat kenmerken gemeen met godsdiensten

Vraag: Kan je voorbeelden opnoemen van een gemeenschappelijke levensbeschouwing?

• Christendom
•  Jodendom
•  Islam
•  Humanisme

Vraag: Heb je naast je gemeenschappelijke levensbeschouwing dan ook nog een persoonlijke levensbeschouwing?

• Ja! Binnen een gemeenschappelijke levensbeschouwing heb je heel veel mensen met ieder hun mening over zaken die zij belangrijk vinden. 
• Een gemeenschappelijke LB en een persoonlijke levensbeschouwing kunnen dus perfect samengaan! 

opdracht 18: 

• Neem de tekst op blz. 34 en 35
• Zoek in de tekst 7 kenmerken van een gemeenschappelijke levensbeschouwing
• Schrijf de 7 kenmerken in potlood op bij opdracht 18. 

Antwoord op de opdracht 18

De 7 kenmerken van een gemeenschappelijke LB zijn: 

• Grote groep mensen die dezelfde dingen belangrijk vinden
• De LB staat vast, die verandert niet meer
• heeft regels die gevolgd worden
• de regels staan in een belangrijk boek
• de LB heeft rituelen en feesten
• de godsdiensten hebben ook een heilige bidplaats
• Ze hebben allemaal een symbool

opdracht 19(deel 1): 

• Neem het schema op blz. 36
• Kunnen we al iets invullen? Weten we al iets zonder het op te zoeken?

opdracht 19(deel 2): 

• Neem het schema op blz. 36
• Vul de rest van het schema aan met behulp van H 5, 6, 7 en 8 of online 

opdracht 21: 

• Neem de afbeeldingen op blz. 37
• Noteer bij elke afbeelding over welke levensbeschouwing het gaat. Je kan kiezen uit Jodendom, Christendom, Humanisme en Islam

opdracht 22: 

• Neem H 4 er vanaf het begin bij (vanaf blz. 34)
• Welke woorden staan er dikgedrukt?
• Noteer deze woorden in het schema bij opdracht 22
• Overleg nu in duo wat de betekenis is van ieder woord
• Schrijf de betekenis op in potlood

opdracht 23: 

• Neem het schema erbij op blz. 38
• Neem eerst 5 minuten om het schema zelf te proberen invullen in potlood
• Nu mag je je antwoorden met je buur delen
• Vergelijk en overleg wat het juiste antwoord is
• Vul het schema aan in potlood

Evaluatie

Hebben we alle leerdoelen bereikt?

Laten we samen kijken op blz. 33!