Thema 13 deel 2: Organisatie van activiteiten voor 4- tot 12-jarigen

• ontwikkelingspsychologie
• MBO
• Studiejaar 2

OPS leerjaar 2 

Thema 13 deel 2

Hoofdstuk 9 

Organisatie van activiteiten voor 4-12 jarigen

Op de BSO is geen dag hetzelfde. Het is essentieel dat je als gespecialiseerd pedagogisch medewerker kunt inspelen op de situatie van de dag en de kinderen die aanwezig zijn.

Kies bij de opdrachten telkens het juiste woord.

1. De duur van de bso (korte middag of een hele dag) is ........ van invloed op de programmastructuur.

1. wel
2. niet

2. Heb je meer opvangtijd, dan kun je ....... doelgerichte activiteiten oppakken.

1. meer
2. minder

Met meer opvangtijd wordt het ....... om activiteiten buiten de opvanglocatie te regelen.

1. lastiger
2. gemakkelijker

Door gebruik te maken van ritme en structuur kun je ........ zorgen voor houvast en daarmee een gevoel van veiligheid creëren.

1. wel
2. niet

Doelgerichte activiteiten dagen kinderen uit iets nieuws te leren.

1. juist
2. onjuist

Doelgerichte activiteiten zorgen voor afwisseling in het bso-programma.

1. juist
2. onjuist

Doelgerichte activiteiten leren kinderen zichzelf te vermaken.

1. juist
2. onjuist

Welke meerwaarde heeft het opnemen van thema’s in de jaarprogramma’s van de bso?

1. Het ontlast de gespecialiseerd pedagogisch medewerkers.
2. Het scheelt in kosten.
3. Het zorgt voor een afwisselend activiteitenprogramma

Een vakantie betekent voor een BSO extra tijd voor verdiepende activiteiten.

Waar moet je zeker aan denken bij het organiseren van een verdiepende activiteit?

1. Ouders inschakelen voor het vervoer
2. Op tijd weten wat anderen organiseren
3. Zorgen voor goede communicatie richting kinderen en hun ouders.

Veel BSO’s organiseren inspraak; ieder op eigen wijze.

Inspraak zorgt voor betere afstemming van vraag en aanbod.

1. waar
2. niet waar

Inspraak maakt dat kinderen zich serieus genomen voelen.

1. waar
2. niet waar

Inspraak zorgt voor lagere kosten.

1. waar
2. niet waar

Veel BSO’s organiseren inspraak; ieder op eigen wijze.

Vaak geven BSO’s ook de kinderen de mogelijkheid van inspraak. Voor die inspraak zijn speelse werkvormen denkbaar.

Zet bij elke omschrijving de juiste werkvorm.

werkvorm	omschrijving
	tonen van afbeeldingen van de gewenste situatie
	in dit product staan teksten, tekeningen en foto’s van de gewenste situatie opgenomen
	resultaten van gesprekken van kinderen met elkaar levert veel input
	hierin kunnen kinderen hun briefjes met wensen doen
	driedimensionale beelden kunnen de nodige input leveren wat betreft wensen

interviews

kinderkrant

Bouwen

ideeënbus

foto's

Welke stelling is onjuist?

1. Bij de start van de bso-middag geef je vooral aandacht aan de oudere kinderen.
2. Ergens aan het begin van een bso-middag zorg je voor een gezamenlijk en gezellig moment.
3. Jonge kinderen haal je bij school op.
4. Het afscheid nemen is een goed moment voor informatie-uitwisseling met ouders.

Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker op de bso kun je allerlei activiteiten aanbieden.
Je kunt ervoor kiezen om kinderen zelf hun activiteit te laten bedenken.
Waar moet je in dat geval aan denken? Gebruik in je antwoord in elk geval de termen: bedenken, begeleiding, tijd en vrije activiteit(en).

Een doelgerichte activiteit vraagt om een goede voorbereiding. Een activiteitenformulier (met zes stappen) helpt daarbij.

Zet de stappen in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

6

uitvoeren van de activiteit

evalueren van de activiteit

doel van de activiteit formuleren

gegevens verzamelen

plannen van de activiteit

behoefte aan activiteit vaststellen

Verschillende uitgangspunten zijn van belang bij het aanbieden van activiteiten.

Welk uitgangspunt hoort NIET in het rijtje?

1. De activiteiten sluiten aan bij de ontwikkeling en behoeften van kinderen.
2. De activiteiten zijn gericht op het ontwikkelen van competenties.
3. De activiteiten zijn een middel om een doel te bereiken.
4. De activiteiten zorgen ervoor dat alle kinderen zullen meedoen.

Elke bso staat onder toezicht van inspectie. Het gaat bij die inspectie onder meer om de vraag of kinderen voldoende gevarieerde activiteiten en spelmaterialen aangeboden krijgen. Ook kijkt de inspectie naar de manier waarop gespecialiseerd pedagogisch medewerkers hun taak vervullen.
Welke vier punten zijn in dat kader van belang?

Op een bso worden allerlei activiteiten aangeboden. Deze activiteiten zijn binnen een categorie te plaatsen. Het aanbod van de activiteiten is mede afhankelijk van de inrichting van een bso.
Hoe kun je ervoor zorgen dat binnen één ruimte zoveel mogelijk verschillende activiteiten kunnen worden gedaan?

Het Knettershonk heeft een grote ontmoetingsruimte, een ruimte voor bouw- en techniekactiviteiten en een buitenruimte. Vind je dit voldoende? Zo nee, welke
andere ruimtes kun je nog bedenken?

Melanie zegt dat ze de hele middag politieagent moet spelen. Hoe kan de
herinrichting van de locatie haar helpen?

Ben je het eens met de stelling van Wim dat buitenschoolse opvang vrije tijd is voor
de kinderen? Onderbouw je antwoord.

Huiswerk 

Lezen uit pedagogisch klimaat: 8.2 & 8.3 & meenemen boek pedagogisch klimaat.