Oefentoets hoofdstuk 3

Goedemorgen!
Op tafel:
Werkboek (naam op de voorkant!)
Telefoon
Geen iPad

Let op: Dinsdag 26 februari  SO hoofdstuk 3
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!
Op tafel:
Werkboek (naam op de voorkant!)
Telefoon
Geen iPad

Let op: Dinsdag 26 februari  SO hoofdstuk 3

Slide 1 - Diapositive

Oefentoets hoofdstuk 3
Mengsels scheiden

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je het naar de bodem zakken van een stof?
A
Zakken
B
Verdrinken
C
Bezinken
D
Residu

Slide 3 - Quiz

Kun je een suspensie scheiden door bezinken?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Bezinken werkt door verschil in de volgende stofeigenschap:
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Aanhechtingsvermogen

Slide 5 - Quiz

Welke scheidingsmethode wordt gebruikt om de grove deeltjes te verwijderen?
A
Filtreren
B
Destilleren
C
Indampen
D
Bezinken

Slide 6 - Quiz

Kun je een oplossing scheiden door filtreren?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Hoe kunnen we een oplossing scheiden?
A
Bezinken & afschenken
B
Filtreren
C
Indampen
D
Destilleren

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 9 - Quiz

Waar staat de juiste omschrijving
A
A = filter B= filtraat C = residu
B
A = filtraat B = filter C = residu
C
A = filter B = residu C = filtraat
D
A = filtraat B = residu C = filter

Slide 10 - Quiz

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Destilleren-adsorberen
D
Extraheren-filtreren

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je water en alcohol van elkaar scheiden?
A
absorberen
B
destilleren
C
extraheren

Slide 12 - Quiz

Op welk verschil berust de scheidingsmethode destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Kookpunt
C
Dichtheid
D
Oplosbaarheid

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het bestanddeel dat met het laagste kookpunt in de destillatieopstelling zit?
A
destillaat
B
residu
C
extractiemiddel
D
indampen

Slide 14 - Quiz

Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.

Slide 15 - Quiz

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 16 - Quiz

Sanne beweert dat bij koffiezetten water het oplosmiddel is.
Jip beweert dat bij koffiezetten water het extractiemiddel is.

Wie heeft er gelijk?
A
Sanne heeft gelijk en Jip niet.
B
Jip heeft gelijk en Sanne niet
C
Sanne en Jip hebben beiden gelijk.
D
Sanne en Jip hebben beiden geen gelijk

Slide 17 - Quiz

Norit is
A
een extractiemiddel
B
een adsorptiemiddel
C
het filtraat
D
het residu

Slide 18 - Quiz

Adsorberen betekent:
A
vasthouden aan de oppervlakte
B
impregneren
C
sponsen
D
filtreren

Slide 19 - Quiz

Massapercentage
Concentratie in g/L
Volumepercentage
(Volume opgeloste stof : volume oplossing) x 100
Massa opgeloste stof : volume oplossing
(Massa opgeloste stof : massa oplossing) x 100

Slide 20 - Question de remorquage

Dinsdag 26 februari:
SO Hoofdstuk 3
Paragraaf 1 t/m 6
Denk om je rekenmachine!

Slide 21 - Diapositive