H2 Oefentoets v3 p123
1 / 10
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn de twee juiste zinnen? NOTEER ALLEEN DE CIJFERS!
1 Bij het ontstaan bestond de aarde uit de aardkern, de aardmantel en de aardkorst.
2 Bij het ontstaan van de aarde was er geen leven.
3 De geologische tijdschaal kent drie hoofdperioden, die alle drie weer onderverdeeld worden.
4 De oudste periode van de geologische geschiedenis was het Precambrium.
1 Bij het ontstaan bestond de aarde uit de aardkern, de aardmantel en de aardkorst.
2 Bij het ontstaan van de aarde was er geen leven.
3 De geologische tijdschaal kent drie hoofdperioden, die alle drie weer onderverdeeld worden.
4 De oudste periode van de geologische geschiedenis was het Precambrium.
Slide 2 - Question ouverte
Bekijk de figuur Wat is de juiste volgorde van de wereldbolletjes van oud naar jong? Noteer als volgt: 1,2,3,4
Slide 3 - Question ouverte
Waaruit bestaan fossielen meestal? Meerdere antwoorden mogelijk. NOTEER ALLEEN DE LETTER(S)!
A Afdrukken.
B Versteende resten.
C Botten.
D Stukken huid.
E Organisch materiaal.
A Afdrukken.
B Versteende resten.
C Botten.
D Stukken huid.
E Organisch materiaal.
Slide 4 - Question ouverte
T1
Welke drie uitspraken gaan over de absolute ouderdom?NOTEER ALLEEN DE CIJFERS!
1 Dinosaurussen leefden tijdens het Krijt.
2 Trilobieten zijn 250 miljoen jaar geleden uitgestorven.
3 Trilobieten zijn ouder dan ammonieten.
4 De Appalachen zijn eerder gevormd dan de Alpen.
5 De aarde is naar schatting 4500 miljoen jaar oud.
Welke drie uitspraken gaan over de absolute ouderdom?NOTEER ALLEEN DE CIJFERS!
1 Dinosaurussen leefden tijdens het Krijt.
2 Trilobieten zijn 250 miljoen jaar geleden uitgestorven.
3 Trilobieten zijn ouder dan ammonieten.
4 De Appalachen zijn eerder gevormd dan de Alpen.
5 De aarde is naar schatting 4500 miljoen jaar oud.
Slide 5 - Question ouverte
T1
Welk van de volgende organismen heeft de grootste kans om te fossiliseren?
Welk van de volgende organismen heeft de grootste kans om te fossiliseren?
A
A Een organisme dat in zee leeft.
B
Een organisme dat op het land leeft.
C
Een organisme zonder harde delen.
D
Een organisme dat bedekt raakt met sediment.
Slide 6 - Quiz
T1 Stel je voor dat je voor een rotswand staat van horizontale gesteentelagen. Er staat een bordje bij dat de gesteenten dateren uit het Jura en het Krijt.
Gaat dit bordje over de relatieve of absolute ouderdom? Leg je antwoord uit.
Gaat dit bordje over de relatieve of absolute ouderdom? Leg je antwoord uit.
Slide 7 - Question ouverte
T2
Welke begrip hoort er niet bij als je let op het ontstaan ervan? Leg je antwoord uit.
goud – koper – steenkool – zilver
Welke begrip hoort er niet bij als je let op het ontstaan ervan? Leg je antwoord uit.
goud – koper – steenkool – zilver
Slide 8 - Question ouverte
Stromatolieten gelden als de vroegste bouwsels die zijn ontstaan door levende organismen. Ze ontstonden al 3,5 miljard jaar geleden, in het Precambrium. Ze worden ook nu nog gevormd, bijvoorbeeld in het westen van Australië.
Stromatolieten zijn fossielen, dat is duidelijk.
1. Zijn stromatolieten gidsfossielen?
2. Leg je antwoord bij 1 uit.
Slide 9 - Question ouverte
I In Zuid-Limburg werd vroeger steenkool gewonnen. Waarom is men daarmee gestopt? Noem twee redenen.
