De tweede wereldoorlog - §2 De wereld in oorlog

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Lesopzet

K: presentatie §4.2

Z: maken §4.2 (tm vraag 6)

Klaar? Ga verder met je studiewijzer.

Vorige keer...

• Je kunt twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Hitler aanstuurde op een oorlog.

Doelen Hitler

• Alle Duitssprekende gebieden horen bij Duitsland (Heim ins Reich) 

•  Duitsland heeft gebied nodig in Oost-Europa voor landbouw en grondstoffen

Plan Hitler

• Invoeren dienstplicht

• Productie vliegtuigen en tanks
• Aanleg snelwegen

> Financiering door te stoppen met betalingen aan Frankrijk en Groot - Brittannië

Gevolgen

• Economie verbetert
  
•  Werkloosheid daalde

Anschluss

• 1938 Oostenrijk ingenomen

Conferentie van Munchen

• De grensstreek van Tsjecho-Slowakije had veel Duitssprekende inwoners.
•  In ruil voor dat gebied, zou Hitler niet verder gaan met zijn gebiedsuitbreiding. 

Deze keer...

• Je kunt uitleggen hoe en wanneer de oorlog in Europa begon en hoe de oorlog verliep. 

Poolse inval

• 1 september 1939
• Start WO II

Poolse inval

• Niet - aanvalsverdrag met de Sovjet - Unie
• Groot - Brittannië en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog.

Blitzkrieg in West-Europa

• Denemarken Noorwegen Nederland België en Frankrijk
•  Groot - Brittannië lukte niet 

Toch de Sovjet - Unie

• 1941 verbrak Hitler zijn belofte aan Stalin.
  
• De opmars ging eerst snel, maar de winter viel in. 
• Geen voedsel, benzine bevroor in de tank.

Slag om Stalingrad

• 1942
• keerpunt in de oorlog
• Vanaf dit moment zou Hitler alleen nog maar gebied verliezen

Schrijver Ilja Ehrenburg noteerde: 

‘Tel niet de dagen, tel niet de meters. Tel alleen de Duitsers die je hebt gedood. Dood de Duitser: dat is het gebed van je moeder. Dood de Duitser: dat is de kreet van je Russische aarde. Aarzel niet. Laat niet af. Dood.’

Asmogendheden

Geallieerden

Deze keer...

• Je kunt uitleggen hoe en wanneer de oorlog in Europa begon en hoe de oorlog verliep. 

Lesopzet

K: presentatie §4.2

Z: maken §4.2 (tm vraag 6)

Vanaf blz. 24

Klaar? Ga verder met je studiewijzer.