Paragraaf 6.3 - Licht en kleur

7.3 - Licht en kleur
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

7.3 - Licht en kleur

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van paragraaf 7.3
  • Je kunt uitleggen wat eenspectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt. 
  • Je kunt uitleggen hoe je de samenstelling van licht kunt onderzoeken met een zakspectroscoop. 
  • Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht. 
  • Extra  Je kunt uitleggen hoe je kleuren ziet op een beeldscherm.

Slide 2 - Diapositive

Een prisma splitst licht in alle kleuren van de regenboog.

Slide 3 - Diapositive

Hoe heet de reeks kleuren waaruit zonlicht bestaat?
De reeks kleuren in zonlicht heet een...………………….

Slide 4 - Question ouverte

Het licht van de zon bestaat uit zes spectraalkleuren. 
Zet de kleuren uit het spectrum in de juiste volgorde.
rood
blauw
oranje
geel
groen
violet

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is een spectrum?
A
een andere naam voor prisma
B
een reeks kleuren
C
een natuurlijke lichtbron

Slide 6 - Quiz

De zakspectroscoop
Met een zakspectroscoop kun je de samenstelling van licht onderzoeken. Als je in de spectroscoop kijkt, zie je een spectrum van het licht van de lamp. Je kunt zo zien uit welke kleuren het licht bestaat.

Slide 7 - Diapositive

Halogeen-lamp 

TL- lamp

Natriumlamp

Slide 8 - Diapositive

Je ziet de spectra van drie soorten lampen.
Hoe heet het instrument waarmee je het spectrum van licht zichtbaar kunt maken?
A
lichtbron
B
prisma
C
spectroscoop

Slide 9 - Quiz

Gekleurde voorwerpen zien
Overdag worden de dingen om je heen door de zon verlicht. Je ziet de wereld om je heen dan in kleur. Die kleuren ontstaan doordat veel voorwerpen maar een deel van het zonlicht terugkaatsen. Een gele trui weerkaatst vooral geel licht, een rode trui vooral rood licht, een blauwe trui vooral blauw licht, enzovoort. Het licht dat niet wordt teruggekaatst, wordt geabsorbeerd (= opgenomen). Het licht wordt daarbij omgezet in warmte.

Slide 10 - Diapositive

Het spiegelbeeld van de kaars lijkt achter de spiegel te staan.
Je kleren kunnen allerlei verschillende kleuren weerkaatsen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Angel heeft een blauw T-shirt aan met een witte smiley.
Met welke kleur licht moet je op het shirt schijnen, zodat je de smiley niet ziet?
A
blauw
B
rood
C
groen
D
wit

Slide 13 - Quiz

Magnesiumoxide is een kleurstof die in verf gebruikt wordt. Deze kleurstof weerkaatst 98% van het zonlicht dat erop valt.
Welke kleur heeft magnesiumoxide?
A
helder geel
B
fel rood
C
helder wit
D
diep zwart

Slide 14 - Quiz

Van ijzeroxide worden verschillende kleurstoffen gemaakt. Een van die kleurstoffen absorbeert meer dan 95% van het zonlicht dat erop valt.
Welke kleur heeft deze kleurstof van ijzeroxide?
A
rood
B
violet
C
wit
D
zwart

Slide 15 - Quiz

Een bord eten in zonlicht (links) en violet licht (rechts). 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

ledverlichting /  natriumlamp

Slide 18 - Diapositive

Lars heeft een wit shirt aan.
Max heeft een groen shirt aan.
Ismael heeft een geel shirt aan.
Ze staan alle drie onder een natriumlamp die alleen geel licht uitzendt.
Welke twee jongens lijken een shirt van dezelfde kleur aan te hebben?
A
Lars en Ismael
B
Ismael en Max
C
Lars en Max

Slide 19 - Quiz

Lisa heeft een wit shirt aan.
Anouk heeft een groen shirt aan.
Wassima heeft een blauw shirt aan.
Ze staan alle drie onder een natriumlamp die alleen geel licht uitzendt.
Welke twee meisjes lijken een shirt van dezelfde kleur aan te hebben?
A
Lisa en Anouk
B
Anouk en Wassima
C
Lisa en Wassima

Slide 20 - Quiz

Kleurenfilters
Een rood filter laat alleen rood licht door, alle andere kleuren worden door het filter geabsorbeerd. 


Slide 21 - Diapositive

RoBlaGro
GeMaCy

Slide 22 - Diapositive

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 7.3 en maak de online opdrachten 
Hoe: helemaal stil! muziek mag in! 
Hulp: Geen 
Tijd:  ???? minuten lang 
Huiswerk: opgave 1 tm 14 van paragraaf 7.3 
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 23 - Diapositive