Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Dinosauriërs
Slide 1 - Diapositive
Doel
Aan het einde van deze les kun je:
Benoemen wat een dinosaurus is
Uitleggen wat de woorden carnivoor, herbivoor en omnivoor betekenen.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet jij al over Dinosauriërs?
Slide 3 - Carte mentale
Wat is een Dinosauriër?
Dinosauriërs oftewel dinosaurussen waren een speciale soort reptielen, zeg maar oer-dieren of prehistorische dieren. Ze leefden ongeveer 250 miljoen jaar geleden. De naam dinosaurus is afgeleid van het Grieks en betekent letterlijk "verschrikkelijke hagedis".
Slide 4 - Diapositive
De oorzaak van de uitsterving van de dinosauriërs was door de klimaat verandering. Hoe deze klimaat verandering is ontstaan, zijn verschillende theorieën over.
Vulkaan of supervulkaan. Er was er verhoogde vulkanische activiteit aan de gang. Bij een vulkaanuitbarsting ontstaat er as, lava en gas. De zon kan hier niet doorheen, water is ondrinkbaar en er is geen voedsel meer. Wetenschappers vragen zich alleen wel af waarom de krokodillen en hagedissen het wel overleefden.
Inslag van een meteoriet. Dit is de populairste theorie voor de klimaatverandering. stortte een astroïde neer op aarde. Door de enorme neerstortende kracht ontstond er een kettingreactie van natuurrampen. Er ontstonden tsunami’s, een aardbeving, stofwolken die de zon verduisterde en grote temperatuurveranderingen.
De verdwijning van de ondiepe zeeën. Door het schuiven van de aardplaten, verdwijnen ondiepe zeeën. Er zijn bewijzen voor het terugtrekken van de ondiepe continentale zeeën. Maar onderzoek doen over de hele wereld is onmogelijk. De aarde ging van subtropisch klimaat naar strenge koude winters en hete droge zomers.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Carnivoren
Vleeseters. Erg scherpe hoektanden die meestal groot en erg puntig zijn.
Hiermee kunnen ze het voedsel in stukken afscheuren en hun prooi eventueel doden. Een carnivoor heeft knipkiezen. Hiermee knippen ze het voedsel in stukjes. Hun gebit is dus echt gemaakt om vlees te eten.
Slide 7 - Diapositive
Omnivoren
Alleseters.
Omnivoren hebben altijd hoektanden. Bij ons (mensen) dienen de hoektanden voor het afbijten van het eten. Omnivoren hebben knobbelkiezen.
Slide 8 - Diapositive
Herbivoren
Planteneters.
Planteneters hebben plooikiezen. Deze kiezen hebben een harde richel van glazuur. Door de beweging van het kauwen wordt het plantaardige voedsel tussen de richels fijn gemalen. Bij planteneters ontbreken vaak de hoektanden. Deze hebben zij niet nodig. Sommige planteneters hebben zelfs geen boventanden. Zoals de koe.
Slide 9 - Diapositive
Ook aan de eieren kon je zien wat voor een dino soort er in zat. Planteneters legden ronde eieren die iets op een leeggelopen voetbal leken. Vleesetende dino’s kwam uit langwerpige eieren.
Slide 10 - Diapositive
Dino's in Nederland
Er leefden ook dino’s op de plek waar nu Nederland ligt. De Mosasaurus is vernoemd naar de rivier de Maas, de plek waar hij voor het eerst is gevonden. Ook zijn er resten van een soort Hadrosaurus gevonden rond de provincie Limburg.
Slide 11 - Diapositive
Wat is een Omnivoor? + evt. voorbeelden van dieren
Slide 12 - Carte mentale
Wat is een Herbivoor? + evt. voorbeelden van dieren
Slide 13 - Carte mentale
Wat is een Carnivoor? + evt. voorbeelden van dieren
Slide 14 - Carte mentale
1. Welke dino had de kleinste hersenen?
2. Hoe oud werd de Brachiosaurus ongeveer?
3. Hoe lang kon de Megalodon worden?
4. De wenkbrauwen van welke dino stopten nooit met groeien?
5. Waar of niet waar, Scelidosaurs betekent ‘karbonadehagedis’
1. Welke dino had de kleinste hersenen?
2. Hoe oud werd de Brachiosaurus ongeveer?
3. Hoe lang kon de Megalodon worden?
4. De wenkbrauwen van welke dino stopten nooit met groeien?
5. Waar of niet waar, Scelidosaurs betekent ‘karbonadehagedis’
Slide 15 - Diapositive
1. Welke dino had de kleinste hersenen?
2. Hoe oud werd de Brachiosaurus ongeveer?
3. Hoe lang kon de Megalodon worden?
4. De wenkbrauwen van welke dino stopten nooit met groeien?
5. Waar of niet waar, Scelidosaurs betekent ‘karbonadehagedis’