§8 Bezittelijk vnw - l'adjectif possessif

§8 L'adjectif possessif
Herhaling van het bezittelijk voornaamwoord §8
(Unité 2 - Grammaire III)

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

§8 L'adjectif possessif
Herhaling van het bezittelijk voornaamwoord §8
(Unité 2 - Grammaire III)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Dit zijn Franse bezittelijke voornaamwoorden
Deze woorden zijn iets anders
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
je
il
elle
tu
nous
vous

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 5 - Question de remorquage

 Vormen bezittelijk vnw in het Frans 






H

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
Bv: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
sa
son
ses
votre
vos

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) amie
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) amies
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 14 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(zijn) valise
A
son
B
sa
C
ses

Slide 15 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) petit frère
A
son
B
sa
C
ses

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) bottes
A
son
B
sa
C
ses

Slide 17 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) parents
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 18 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) blouson
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 19 - Quiz

Au travail!
  • Bestudeer §8
  • Herhaal opdracht 24A t/m 24G uit Unité 2 - Grammaire III in je boek of in eDition

Slide 20 - Diapositive

la fin

Slide 21 - Diapositive