Dinsdag 13 december bron H

• Frans
• Middelbare school
• vmbo k, havo
• Leerjaar 1

Bonjour tout le monde!

• Jassen uit
• Mobieltje in je tas
• Boek / chromebook op tafel
• Inloggen in LESSONUP :-)
• Als de timer is afgelopen begint de les.

leerdoel

Je kunt een regelmatig werkwoord in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Je kunt een onderwerp vervangen door il/elle of ils/elles

De regelmatige werkwoorden worden allemaal op dezelfde manier vervoegd

1. oui
2. non

Als ik de de letters "er" van het werkwoord chanter afhaal, hoe heet dan wat ik overhoud?

Le présent is de

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. toekomende tijd
4. gebiedende wijs

RTTI

1. je moet de persoonlijke voornaamwoorden uit je hoofd leren

2. je moet leren dat je eerst de stam moet maken als je gaat vervoegen

3. je moet de uitgangen uit je hoofd leren

RTTI

1. schrijf alvast de stam op van het werkwoord

2. ga op zoek naar het onderwerp van de zin

3. voeg de juiste uitgang achter de stam toe

Aujourd'hui nous (travailler) dur à l'école.

ex. 30 

p. 84-85

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)

1. travaille
2. travailles
3. travaillez
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Vous ............. (travailler)

1. travaillons
2. travaillez
3. travaille
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Elle ............. (travailler)

1. travaillons
2. travaillez
3. travaille
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)

1. parlont
2. parlons
3. parlez
4. parles

Ik weet hoe ik een regelmatig werkwoord op - er moet vervoegen (in de présent)

😒🙁😐🙂😃

En als er nou geen persoonlijk voornaamwoord in de zin staat?

Le soleil brille fort. Il brille fort.

La vache  mange de l'herbe. Elle mange de l'herbe.

Les enfants jouent au foot. Ils jouent au foot.

Les filles chantent une chanson. Elles chantent une chanson.

ex. 31 p. 85-86

Le professeur des devoirs.