Les 23 Deel B bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Wat gaan we doen?

Terugblik

Doel v/d les

Theorie

Quiz

Controle

Zelfstandig werken

Evaluatie

Aan het einde van de les kan ik voltooide deelwoorden bijvoeglijk gebruiken

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verwoesten) De ................. huizen

1. verwoestte
2. verwoeste
3. verwoesten

Het gestrande schip trekt veel aandacht.
hoe heet de vorm "gestrande"?

1. voltooid deelwoord
2. infinitief
3. persoonsvorm
4. bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Eindigt op EN

voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.

Korte klank, dubbele medeklinker.

voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.

Lange klank, er verdwijnt een klinker.

Het ....... (bakken) brood

De ..... (redden) drenkeling

de (verbreden) straat

Het ... (zinken) schip

Het ... (witten) plafond

De (vergroten) foto

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(vluchten) De ............... dief

1. gevluchte
2. gevluchtte
3. gevluchten
4. gevluchtten

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(redden) De ...... zwemmer

1. redde
2. geredde
3. gerede

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(maaien) Het ............... gras

1. vermaaide
2. gemaaide
3. gemaaidde
4. gemaaiden

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verzinnen) Het ............ verhaal

1. verzonnen
2. verzonne

0

schrijf op het volt. deelw. bijvoeglijk gebruikt van vierendelen: de ......................................... antiekverkoper

ja, en zo zag dat eruit!

Wat is juist?

1. het antieke aapje
2. het antieken aapje

Wat is juist?

1. de geschatten waarde
2. de geschatte waarde
3. de geschate waarde

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(stranden) De ............ reiziger

1. gestrandde
2. strandende
3. gestranden
4. gestrande

We hebben vandaag voltooide deelwoorden...............gebruikt.

1. bijvoegelijk
2. bijvoeglijk
3. bijvoeglijkt
4. gebijvoegd

Verdieping (2F)

Schrijf in vijf zinnen op wat je het afgelopen weekeinde hebt gedaan of beleefd.

elke zin ga je twee keer opschrijven, maar let op! In de eerste zin eindig je met een voltooid deelwoord en in zin 2 maak je van dat woord een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Voorbeeld

1a Ik heb vrijdagavond een game gespeeld.

1b De gespeelde game stelde niet zo veel voor.

Wat hebben we vandaag geleerd?

Is het lesdoel behaald?

Wat was jouw inbreng?

Wat kunnen we met het geleerde?

Volgende keer:

thema 6, hfst 3 lezen. 

Mening, argument (reden)en signaalwoorden.