2M Hoofdstuk 8

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 2

H8 Vergroten & verkleinen

Inhoud van deze les

Lesdoel: Ik weet wat ik nog moet oefenen van hoofdstuk 8

• Alles herhalen

Vergrotingsfactor

Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je ALLE maten van een figuur vergroot.

Belangrijke begrippen:
Origineel (oud) en beeld (nieuw). 

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Verkleinen (= vergroten)

Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.

Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule: 

beeld : origineel

4 : 8 = 0,5

Je vergrotingsfactor = 0,5

Kopieerapparaat

100 %   = vergrotingsfactor 1        (plaatje blijft gelijk). 

50 %     = vergrotingsfactor 0,5   (plaatje wordt 2 keer zo klein). 

200 %  = vergrotingsfactor 2       (plaatje wordt 2 keer zo groot). 

Percentage : 100 = vergrotingsfactor. 

Wat is hier de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 1,5
3. 1,7
4. 2,1

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1, 9 : 2,8 = 0,68
2. 2,8 : 1,9 = 1,47

Wat is de vergrotingsfactor

Wat is dan de vergrotingsfactor?

Vergroting oppervlakte

Oppervlakte vergroten

 oppervlakte beeld =  vergrotingsfactor² x Opp. origineel 

De vergrotingsfactor is 2
hoeveel keer groter is de oppervlakte?

1. 2
2. 4
3. 8
4. 16

De vergrotingsfactor is 1,5. Wat is de oppervlakte van het grote vierkant?

1. 1,5 cm²
2. 6 cm²
3. 9 cm²
4. 13,5 cm²

Bekeken de oppervlakte van de vergroting. Gebruik de vergrotingsfactor uit je vorige opdracht.

vergrotingsfactor en inhoud

Een vaas wordt vergroot. De inhoud van het origineel is 0,6 liter, de vergrotingsfactor is 1,4. Hoeveel liter is de vergroting? (afgerond op 1 decimaal)

1. 3
2. 1,6
3. 1,4
4. 0,3

De inhoud van de kleine kubus is 8 cm³. De inhoud van de grote kubus is 216 cm³.
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 2
2. 3
3. 9
4. 27

Vat II is een vergroting van vat I.
De vergrotingsfactor is 1,8.
De inhoud van vat I is 40 liter.
Bereken de inhoud van vat II.
Rond af op hele liters.

Bij snackbar Het Pontje verkopen ze milkshakes.
Een kleine beker heeft een inhoud van 0,3 liter.
Een grote beker heeft een inhoud van 0,75 liter.
De bekers zijn gelijkvormig.

Bereken de vergrotingsfactor. Rond af op één decimaal.

Gelijkvormige driehoeken

Welke gelijkvormige driehoeken zie je?

Er zijn twee gelijkvormige driehoeken, welk antwoord klopt?

1. ΔPQR∼ΔPMK
2. ΔPQR∼ΔPKM
3. ΔPQR∼ΔKPM
4. ΔPQR∼ΔPKR

Zijn deze driehoeken gelijkvormig?

1. Ja
2. Nee