Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalbeschouwing blok 3
Wat is de tegenwoordige tijd?
1 / 18
suivant
Slide 1:
Question ouverte
Verkeer
Primary Education
Age 8
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat is de tegenwoordige tijd?
Slide 1 - Question ouverte
Wat is de verleden tijd?
Slide 2 - Question ouverte
In welke tijd staat deze zin?
De jongens liepen naar huis.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 3 - Quiz
In welke tijd staat deze zin?
Ik zong een mooi lied.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 4 - Quiz
In welke tijd staat deze zin?
Ik doe mijn sokken aan.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 5 - Quiz
In welke tijd staat deze zin?
Schrijf je het antwoord in je schrift?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 6 - Quiz
In welke tijd staat deze zin?
Op 5 december was het pakjesavond.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
Slide 7 - Quiz
Wat is een onderwerp?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is een onderwerp?
A
praten
B
het
C
de juf
D
tegenwoordige
Slide 9 - Quiz
Wat is een onderwerp?
A
kijken
B
een
C
ooit
D
De hond
Slide 10 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin?
De bus rijdt naar Rincon toe.
A
De bus
B
Rijdt
C
naar
D
Rincon
Slide 11 - Quiz
Welk onderwerp past hier?
........ zijn de liefste juffen
A
Juf Bri
B
Juf Nicole
C
het kind
D
Juf Bri en juf Nicole
Slide 12 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is een werkwoord?
Slide 14 - Question ouverte
Welke samenstelling heeft een werkwoord?
A
roodborstje
B
napraten
C
schoolplein
D
tafelpoot
Slide 15 - Quiz
Welke samenstelling heeft 2 zelfstandige naamwoorden?
A
groteklok
B
nakijken
C
klokhuis
D
uitrekenen
Slide 16 - Quiz
'ophalen'
bestaat uit (kies er 2)
A
een voorzetsel
B
een zelfstandig naamwoord
C
een werkwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quiz
'kleinkind'
bestaat uit (kies er 2)
A
een werkwoord
B
een bijvoeglijk naamwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
Een voorzetsel
Slide 18 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Communicatiemodel
Septembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling examen Pasen 2024
Mars 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling woordsoorten
Juin 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Février 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
herhaling zinsleer
Novembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
De onvoltooid verleden tijd 'peiltoets' en les
Février 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalbeschouwing blok 1
Septembre 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Taal
Primary Education
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs