A2c- Periode 2, Les 8 (10-01-2022)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos

Klascode Lessonup A2c: whrqg

Leerdoelen van dit hoofdstuk :

- je herhaalt de regelmatige ww

- je herhaalt gustar

- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir

- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse

- je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week

- je leert zeggen hoe vaak je iets doet

- je leert de uitspraak en spelling van de z,s,c

El programa

• 5m - info toetsweek
• 5m - bespreken vocabulario
• 40m - herhalen en oefenen
• 15m - testje
• 5m - Evaluación

Toets over Unidad 4 (toetsweek)

Vocab 4.1 t/m 4.4 in beide richtingen

Frases clave p.6-7

Grammatica:

• Ontkenning (Negación) (gram. nr. 17ab)
• Zeggen hoe vaak je iets doet (gram. nr. 20)
• Kloktijden (gram. nr. 22, TB p.58 gele strook)
• Getallen 0-100 (TB. p. 97)
• Werkwoord Gustar (gram. nr. 34ab)
• Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (presente) (gram. nr. 35)
• Onregelmatige ik-vorm (gram. nr. 39-40)
• Onregelmatige werkwoorden: ir, jugar, dormir, acostarse, levantarse (gram. nr. 41, 43, 44, 47)

Vocabulario 4.1 t/m 4.4:
1. Hoe pak jij het aan?
2. Hoe vaak herhaal je de woorden?
3. Wat doe je als je bepaalde woorden niet kunt onthouden?

Oefenen met de toetsstof

1. 12 tweetallen.
2. Je krijgt een groepsnummer (1 t/m 12).
3. Bestudeer jullie onderdeel van de stof in VOC 'ME GUSTA BAILAR' (of in je boek).
4. Maak er op een gekleurd vel een oefening bij die ca. 5 minuten duurt. 
5. Maak ook een antwoordblad in dezelfde kleur.
6. Schrijf je groepsnummer en jullie namen bovenaan jullie oefening en bovenaan het antwoordblad.

Klaar? Dan lever je beide blaadjes in.

Daarna gaan we elkaars oefeningen maken.

Noteer welke dingen je
hebt geleerd deze les.

Noteer hoe je de toets gaat voorbereiden.

Maak een oefening en antwoordblad.

1. Vocab 4.1 en 4.2 in beide richtingen
2. Vocab 4.3 en 4.4 in beide richtingen
3. Frases clave p.6-7 (beide richtingen)
4. Ontkenning (Negación) (gram. nr. 17ab)
5. Zeggen hoe vaak je iets doet (gram. nr. 20)
6. Kloktijden (gram. nr. 22, TB p.58 gele strook)
7. Getallen 0-100 (TB. p. 97)
8. Werkwoord Gustar (gram. nr. 34ab)
9. Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (presente) (gram. nr. 35)
10. Onregelmatige ik-vorm (gram. nr. 39-40)
11. Onregelmatige ww.: ir, jugar, dormir (gram. 41, 43,); Nr 12.  acostarse, levantarse (gram. 44, 47)

Nu gaan we elkaars oefeningen maken.

1. Check of jullie namen en groepsnummer op je oefening en op jullie antwoordblad staan. 
2. Lever je oefening en antwoordblad in.
3. Haal een oefening met een ander nummer. 
4. Haal ook een toetsblaadje en zet je naam erop. Noteer steeds de oefening waaraan je werkt.
5. Klaar? Haal dan het bijbehorende antwoordblad en verbeter in een andere kleur.
6. Maak vervolgens een nieuwe oefening, met weer een ander nummer, enz.

Los deberes

Leren voor de toets

Werkwoordenspel 

VOC p. 19

LET OP: knipvel op p. 21 tm 25(VOC)

¡Bingo!