Week 4-2

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1. PLENDA
2. BRON F: Material escolar
3. EXTRA OPDRACHT ¨Voltooid tegenwoordige tijd¨







.


Slide 2 - Diapositive

Reglas de la clase
1. Eten/ drinken
2. Telefoon thuis of in de kluis
3. Chromebook opgeladen
4. Te laat komen
5. RESPECT EACH OTHER!

Slide 3 - Diapositive

Email: tec@vhl.nl
Opdracht: ¿En qué países se habla Español?
INLEVERUM DATUM: 27 SEPTIEMBRE 2024

Slide 4 - Diapositive

PLENDA

SO - Viernes 11 de Octubre

  1. Bron D - Gebruik beter de extra blad gegeven (Presente simple + Presente Perfecto): Regelmatige + onregelmatige werkwoorden.
  2. Bron E: Frases clave
  3. Bron G: LEREN DEZE DRIE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN.
  4. Vocabulario 1.1+ 1.2 (página 38 van werkboek)

Slide 5 - Diapositive

Bron G - Material escolar (Página 11)
Maak Ejercicio 19 (Página 21).

Slide 6 - Diapositive

Extra Opdracht: Presente Perfecto (Voltooid tegenwoordige tijd)
timer
25:00

Slide 7 - Diapositive

Maak een zin met het werkwoord ETEN (COMER) in het Voltooid tegenwoordige tijd.

Slide 8 - Diapositive

Maak een zin met het werkwoord DRINKEN (BEBER) in het Voltooid tegenwoordige tijd.

Slide 9 - Diapositive

COMER
Maak een zin met het werkwoord COMER in het TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 10 - Diapositive

ESCRIBIR
Maak een zin met het werkwoord ESCRIBIR in het TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 11 - Diapositive

Maak een zin met her werkwoord ESCUCHAR (luisteren)

Slide 12 - Diapositive

Maak een zin met her werkwoord ESCUCHAR (luisteren)
1. Wanneer?
2. Wie?
3. Werkwoord vervoegen in het voltooid tegenwoordige tijd.
4. Wat

Hoy yo he escuchado música/ un podcast

Slide 13 - Diapositive

Maak een zin met her werkwoord LEER (lezen)

Slide 14 - Diapositive

Maak een zin met her werkwoord DORMIR (slapen)

Slide 15 - Diapositive

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN.
Bijvoorbeeld 3 (VER: zien):
Ik heb nooit de film "COCO" gezien
Nunca yo he visto la película "COCO" / Nunca he visto la película "COCO".

Slide 16 - Diapositive

Maak een zin met her werkwoord ESCRIBIR (SCHRIJVEN)

Slide 17 - Diapositive

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN  - Tegenwoordige tijd
Ejercicio 22 - Páginas 23-24

Slide 18 - Diapositive

EXTRA UITLEG
 Jueves, 10 de Octubre a las 14.00!

Slide 19 - Diapositive

¡Hasta la próxima clase!

Slide 20 - Diapositive

Los objetivos  het doel
Después de esta clase ....Na deze les.....
--Kan ik werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd vervoegen.
Kan ik de werkwoorden ¨saber, poner, dar en salir¨ vervoegen in het TEGENWOORDIGE TIJD.

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Presente perfecto

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)

ETEN
Ik heb gegeten

ZIJN (ZICH BEVINDEN)
Ik ben in New York geweest

Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)

COMER
Yo he comido

ESTAR
Yo he estado en Nueva York

Slide 24 - Diapositive

 Presente perfecto
Persona
Verbo auxiliar
Hulp werkwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord

Haber(hebben)


Hablar(praten)

Comer(eten)

Vivir(leven/wonen)
Yo
he
hablado
comido
vivido
has
hablado
comido
vivido
Él - ella - usted
ha
hablado
comido
vivido
Nosotros -Nosotras
hemos
hablado
comido
vivido
Vosotros - Vosotras
habéis
hablado
comido
vivido
Ellos - ellas - ustedes 
han
hablado
comido
vivido

Slide 25 - Diapositive

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨

VOORBEELD:




estar - zich bevinden

Ella ha estado en España.
Zij is in España geweest.

Slide 26 - Diapositive

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨

VOORBEELD:




comer - eten

Yo he comido pizza
Ik heb pizza gegeten

Slide 27 - Diapositive

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨

VOORBEELD:



ir - gaan

Nosotros hemos ido al supermercado
We zijn naar de winkel gegaan.

Slide 28 - Diapositive

Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?

1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨

LET OP: NIET VERGETEN
HE, HAS, HA, HEMOS, HABÉIS, HAN

NEDERLANDS:
Ik kaas gegeten

Ik heb kaas gegeten

OOK IN HET SPAANS!!!
Yo comido queso 

Yo he comido queso

 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld (ETEN- COMER):
Ik heb vandaag pizza gegeten
Hoy yo he comido pizza / Hoy he comido pizza.

Slide 31 - Diapositive

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld 2 (LEREN: APRENDER):
Ik heb nooit Japans geleerd
Nunca yo he aprendido japonés / Nunca he aprendido japonés.

Slide 32 - Diapositive

Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN.
Bijvoorbeeld 3 (VER: zien):
Ik heb nooit de film "COCO" gezien
Nunca yo he visto la película "COCO" / Nunca he visto la película "COCO".

Slide 33 - Diapositive

Voltooid Tegenwoordige tijd

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
DEZE WERKWOORDEN MOET JE ONTHOUDEN!
Voorbeeld:
Abrir (openen)
Yo he abrido la puerta.

Yo he abierto la puerta.
Ik heb de deur geopend. 

Slide 34 - Diapositive

Frases clave - BRON E (Opdracht 16 wb)

Slide 35 - Diapositive

Maak een zin met het regelmatige werkwoord ¨estar¨ - zich bevinden

Slide 36 - Question ouverte

Maak een zin met het regelmatige werkwoord ¨ir¨ - gaan

Slide 37 - Question ouverte

Maak een zin met het onregelmatige werkwoord ¨ver¨ - zien

Slide 38 - Question ouverte