Oefentoets Egyptenaren

Oefentoets Egyptenaren 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Egyptenaren 

Slide 1 - Diapositive

Aan wat voor landbouw deden de Egyptenaren?
A
Droge landbouw
B
Irrigatielandbouw
C
Irritatielandbouw
D
Natte landbouw

Slide 2 - Quiz

Hoe noemen we deze tekens?
A
Friese alfabet
B
Hierotekens
C
Hierogliefen
D
Spijkerschrift

Slide 3 - Quiz

De farao was vroeger oppermachtig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welk god is dit?
A
Anubis
B
Horus
C
Amon-Ra
D
Neith

Slide 5 - Quiz

Waarom maakten Egyptenaren mummies van overleden mensen?
A
Alleen een goed bewaard lichaam kon verder leven in het dodenrijk en later terugkomen
B
Rijke mensen konden zo laten zien hoe rijk e waren
C
Dat stond erg mooi in de piramide en in het dodenrijk
D
Ze haalden de ingewanden uit een lichaam

Slide 6 - Quiz

Welke steen is dit?
A
Steen van Woldendorp
B
Steen van New York
C
Steen van Rosetta
D
Steen van Napoleon

Slide 7 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?
A
Hunebed
B
Farao
C
Sfinx
D
Sneeuwpop

Slide 8 - Quiz

De Egyptenaren maakten papier van?
A
Karton
B
Bamboe
C
Papyrusplant
D
Zand

Slide 9 - Quiz

Welke god is dit?
A
Osiris
B
Horus
C
Amon-Ra
D
Neith

Slide 10 - Quiz


A
Egypte ligt bij A
B
Egypte ligt bij B
C
Egypte ligt bij C
D
Egypte ligt bij D

Slide 11 - Quiz

Welke taken had de farao in Egypte?
Taak van een farao
Geen taak van een farao
hij was de baas van het leger
 

Hij was de belangrijkste boer
Hij was de hoogste priester 
Hij was de hoogste rechter 
Hij was de belangrijkste uitvinder.

Slide 12 - Question de remorquage

Egyptenaren kwamen in contact met de goden via
A
de farao
B
priesters
C
piramides
D
mummificeren

Slide 13 - Quiz

Welke opmerking over de landbouw in Egypte is juist?
A
De Nijl was nadelig voor de handel, want de stroming van de rivier maakte handelen tussen de ene en de andere oever erg lastig.
B
De Egyptenaren maakten gebruik van irrigatie om het hele jaar door aan landbouw te kunnen doen.
C
Vanwege de grote opbrengsten kwam er steeds minder werk voor de handelaren, omdat iedereen zelf genoeg had.
D
Geen van de genoemde opmerkingen over de handel in Egypte is juist.

Slide 14 - Quiz

Op de afbeelding zien we een kaartje van Egypte. Welk gebied is het meest vruchtbaar?
A
A
B
B
C
C

Slide 15 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Het lichaam werd in een bad met zout gelegd.
Het lichaam werd ingesmeerd met olie en in linnen gewikkeld.

De Mummie werd in zijn graf gelegd.
De ingewanden werden verwijderd en in potten gestopt.

Slide 16 - Question de remorquage

Welk god is dit?
A
Amon-Ra
B
Anubis
C
Horus
D
Osiris

Slide 17 - Quiz

Door welk werelddeel stroomt de rivier de Nijl?
A
Azie
B
Europa
C
Zuid-Amerika
D
Afrika

Slide 18 - Quiz

Waarom was de Nijl voor het oude Egypte zo belangrijk?
A
Dankzij de jaarlijkse overstroming was de strook grond langs de Nijl zo vruchtbaar dat de landbouw hoge opbrengsten had.
B
De Nijl vormde een natuurlijke grens die Egypte beschermde tegen invallen van andere volkeren.
C
De Nijl was zo rijk aan vis dat er in Egypte een samenleving ontstond van jager-verzamelaars die in steden leefden.
D
De overstromingen van de Nijl zorgden voor waterkracht, die de Egyptenaren gebruikten voor het produceren van goederen in hun werkplaatsen.

Slide 19 - Quiz

En nu?
Kijk goed naar wat je fout hebt gedaan. 
Gebruik de leerdoelen, tekstboek, lessen in Lesson-Up, de filmpjes en schooltv en je begrippennetwerk.

Slide 20 - Diapositive