Kunst drama - tekstpel - opdracht 1

Welkom dramaklas
Periode 4
2021/2022
TEKSTSPEL
Opdracht 1



1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom dramaklas
Periode 4
2021/2022
TEKSTSPEL
Opdracht 1



Slide 1 - Diapositive

Planning P4 (PTA 1)
Les 1: Uitleg periode 4 / dialoog lezen (opdr 1.)
Les 2: Speelstijl en dialoog Shakespeare (opdr. 2)
Les 3: Dialoog kiezen en eerste lezing (opdr. 3)
Les 4: Analyse gekozen dialoog (opdr. 4)
Les 5: Vormgeving dialoog (opdr. 5)
Les 6: Spelen dialoog met tekst (opdr. 6)
Les 7: Spelen dialoog zonder tekst erbij (opdr. 7)

PTA 1: presenteren geensceneerde monologen/dialogen

PTA 4/8: presenteren geënsceneerde dialogen (mogelijk digitaal)

Slide 2 - Diapositive

We gaan naar...
...een voorstelling met elkaar!

Wanneer? Donderdag 12 mei
Waar? Theater aan het Spui
Wat? Moord met een grote M

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

PTA 1
  • Je kiest een dialoog met een medespeler of een monoloog
  • Opdracht PTA 1: Spelen monoloog/dialoog (uit je hoofd) en presenteren bedachte vormgeving dialoog



Slide 7 - Diapositive

Tekst
Vaak worden toneelstukken gemoderniseerd en in een eigentijds jasje gestoken. Hier komt een uitgebreid proces bij kijken. Een toneelschrijver kan ook een nieuw toneelstuk schrijven. Of een bestaand toneelstuk of boek bewerken.


Slide 8 - Diapositive

Teksttoneel
Veel theatervoorstellingen starten vanuit een tekst die een toneelschrijver heeft geschreven. 

Soms wordt de tekst in samenwerking met de regisseur en de acteurs ontwikkeld. Vaak wordt ook een bestaande theatertekst gebruikt, bijvoorbeeld van een toneelschrijver uit het verleden wiens werk nog altijd relevant is.


Slide 9 - Diapositive

Wat is een dialoog?


Voor een dialoog heb je minimaal twee personages nodig: een protagonist (het personage dat iets wil bereiken) en een antagonist (het personage dat de protagonist tegenwerkt)
In de meeste verhalen is er sprake van een protagonist en een antagonist, denk maar eens aan een sprookje: kun je de twee partijen benoemen?


Slide 10 - Diapositive

Context = belangrijk

PERSONAGE: Wie spreek er?
PUBLIEK: Wie luistert er?
LOCATIE: Waar zijn ze?
DOEL: Wat wil je zien gebeuren?





De beste manier om een dialoog te begrijpen is om de context te bepalen. Dit helpt het publiek te begrijpen wat er wordt gezegd en waarom.


Slide 11 - Diapositive

Spelgegevens
Belangrijk om een verhaal te begrijpen/te adapteren 
- 5 W'S/spelgegevens:
WIE?
WAT?
WAAR?
WANNEER?
WAAROM?


Slide 12 - Diapositive

Conflict


Er is tussen die twee personages sprake van een conflict: dat hoeft niet direct een enorme ruzie te zijn maar kan ook een dilemma, misverstand, meningsverschil of probleem zijn...

Denk nog maar eens aan het sprookje van net...wat is het conflict?




Slide 13 - Diapositive

spanningsboog
Expositie; De 5 W’s worden duidelijk

Motorisch moment; Start conflict 

Ontwikkeling; Hoe wordt het conflict aangepakt/ geprobeerd op te lossen? 

Climax; Hoogtepunt van de spanning, het is duidelijk of/ hoe het conflict is opgelost. 

Afloop; Hoe eindigt de scène 

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 1: dialoog
De opdracht:
Je gaat een dialoog lezen. Kies 1 van de personages om te spelen. Je mag het in tweetallen of alleen doen. Lees de dialoog bij opdracht 1 en beantwoord er onderstaande vragen over:
1. Wie ben je?
2. Wat is er aan de hand? Waar ben je? (spelgegevens)
3. Beschrijf de opbouw van je scène (spanningsopbouw).




Slide 15 - Diapositive

Dialoog uit Wachten op Godot

Vladimir: Geef toe dat jij ook eigenlijk tevreden bent. 
Estragon: Tevreden waarover?
Vladimir: Omdat je me terug-gevonden hebt.
Estragon: Denk je?
Vladimir: Zeg het, zelfs als het niet waar is.
Estragon: Wat moet ik zeggen? 
 1.

Vladimir: Zeg: Ik ben tevreden.
Estragon: Ik ben tevreden.
Vladimir: Ik ook.
Estragon: Ik ook.
Vladimir: Wij zijn tevreden.
Estragon: Wij zijn tevreden. (PAUZE) Wat zullen we doen, nu we tevreden zijn?
Vladimir: We wachten op Godot.
Estragon: O ja.

2.

Slide 16 - Diapositive

Fragment Wachten op Godot

VLADIMIR 
Hij zei niet zeker dat hij zou komen. 
ESTRAGON 
En als hij niet komt? 
VLADIMIR 
We komen morgen terug. 
ESTRAGON 
En dan overmorgen. 
VLADIMIR 
Mogelijk. 
ESTRAGON 
En ga zo maar door. 
1






VLADIMIR 
Het punt is - 
ESTRAGON 
Tot hij komt. 
VLADIMIR 
Je bent genadeloos. 
ESTRAGON 
We kwamen hier gisteren. 
VLADIMIR 
Ah nee, daar vergis je je in. 


2

Slide 17 - Diapositive

Dialoog
Scene uit toneelstuk ‘ Wachten op Godot’


Slide 18 - Diapositive

Bewerkingen

Slide 19 - Diapositive

Bewerkingen

Slide 20 - Diapositive

Bewerkingen

Slide 21 - Diapositive

Bewerkingen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Voorbeeld: absurd theater

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Aan de slag met opdracht PTA 1
Je kiest een dialoog met een medespeler of een monoloog
Opdracht PTA 1: Spelen monoloog/dialoog (uit je hoofd) en presenteren bedachte vormgeving dialoog

Neem verschillende dialogen/monologen door
Neem deze door
Welke spreekt je aan?

Slide 32 - Diapositive

Volgende les
Speelstijl bewerkingen Shakespeare
Analyseren dialoog “As it is”

Slide 33 - Diapositive