De wereld van productie: Van grondstof tot eindproduct
1 / 10
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat weet je al over de productie van goederen en diensten?
Slide 4 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de toegevoegde waarde van een product?
A
De belasting op een product.
B
De verkoopprijs van een product.
C
De bewerkingen van een bedrijf aan het product waardoor het meer waard wordt..
D
Het verschil tussen de productiekosten en de verkoopprijs.
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn de productiekosten?
A
Alle kosten die gemaakt worden bij het produceren.
B
Alleen de grondstofkosten.
C
Alle kosten behalve de grondstofkosten.
D
Kosten voor personeel en energie.
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke hoort niet bij de 3 productiesectoren?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Supermarkten
D
Dienstverlenende bedrijven
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de bedrijfskolom?
A
De bedrijven in een bepaalde productiesector
B
Alle bedrijven die meewerken aan het maken van een bepaald product
C
Bedrijven van eenzelfde eigenaar
D
Bedrijven die samenwerken met de overheid
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe bereken ik de kostprijs per product?
A
Grondstofkosten / aantal geproduceerde producten
B
Personeelskosten / aantal geproduceerde producten
C
Aantal geproduceerde producten / Alle productiekosten
D
Alle productiekosten / aantal geproduceerde producten
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 10 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
