woordvolgorde basis 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2,3

Startklaar

Ik heb mijn laptop bij mij en op tafel

Ik heb mijn tas op de grond

Ik heb mijn jas uit en over de stoel

Ik heb geen oortjes/koptelefoon in

Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak

Ik eet en drink niet in de klas

Aim

At the end of this lesson I will be able to identify and use adverbs of time and place

(Aan het eind van deze les zal ik bijwoorden van tijd en plaats kunnen herkennen en gebruiken in een zin)

Homework check

Answers Exercise 8

1 When do you practise your hobby?

 Wanneer beoefen je jouw hobby?

2 I like to go skateboarding with friends.

 Ik vind het leuk om te gaan skateboarden met vrienden.

3 It is a great hobby because it is very exciting.

 Het is een geweldige hobby, omdat het erg spannend is.

4 His passions are dancing and mountain biking.

 Zijn passies zijn dansen en mountainbiken.

Answers Exercise 9

I like mountain biking because it is outside.

When do you have guitar practise?

I'm really into skateboarding.

Why is dancing your passion?

At weekends I always meet my friends and go mountain biking.

What do you like about painting?

Answers Exercise 10

1 What do you like about breakdancing?

2 I like it because it's fun to do and it keeps you fit.

3 I always go breakdancing with (my) friends.

4 This is an exciting and creative activity.

5 When do you practise this hobby?

6 I usually practise it after school and at weekends.

7 My friends and I usually go to a breakdancing party every month.

Voorbeeld

Keith used to watch television in his room at bedtime.

Wie    -         doet        -          wat        -     waar       -      wanneer.

wie

doet

wat

waar

wanneer

The parents

bring

to football training

every Sunday

their son

Wie

doet

wat

waar

waar

Jacky and Pete

aren't going

to the cinema

tonight

Choose the sentence with the correct word order.

1. Doesn't she go in the weekends out?
2. Doesn't she go out in the weekends?

Choose the sentence with the correct word order.

1. He swims every day in the canal.
2. He swims in the canal every day.

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went

1. Billy went to his friend five minutes ago
2. Billy went five minutes ago to his friend
3. Billy five minutes ago went to his friend.
4. Five minutes ago Billy went to his friend

 Grammar p. 14 

Wat:

Exercise 12  zet de woorden in de juiste volgorde om zinnen te maken.

Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.

Uitkomst: we gaan de antwoorden over 8 minuten nakijken.

Answers Exercise 12

1 (On Wednesdays) Sarah plays volleyball at school on Wednesdays.

2 Tom is reading a great book.

3 (On Friday) He often watches a film at my house on Friday.

4 (Yesterday) Dad sold our car yesterday.

5 (In winter) My sister goes skiing in winter.

6 Kim is never late for school.

7 His brother has bought a new game.

8 Kevin always eats sandwiches for lunch.

Lesson 2

Aim

At the end of this lesson I will be able to identify and use adverbs of frequency in a sentence.

(Aan het eind van deze les zal ik bijwoorden van frequentie kunnen herkennen en gebruiken in een zin)

Grammar review

word order

Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met

1. I met her in town yesterday.
2. I met her yesterday in town.
3. I yesterday met her in town.
4. I met yesterday her in town.

Choose the sentence with the correct word order.

1. My sister got married last year.
2. my sister got Last yearmarried.
3. My sister last year got married.

More grammar

Woordvolgorde + bijwoorden van frequentie

woorden die aangeven hoe vaak je iets doet

Waar staan deze woorden in een zin?

De bijwoorden van frequentie 

(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never) staan voor het werkwoord.

Behalve .............

Bij de werkwoorden :

Am/ are/ is/ was / were zetten 

we het bijwoord van Frequentie 

achter het werkwoord

He is never late

She was always happy

Choose the sentence with the correct word order.

1. We are never in a position to complain.
2. We never are in a position to complain.

Choose the sentence with the correct word order.

1. Have ever you read a novel by J.R.R. Tolkien?
2. Have you read ever a novel by J.R.R. Tolkien?
3. Have you read a novel by J.R.R. Tolkien ever?
4. Have you ever read a novel by J.R.R. Tolkien?

Choose the sentence with the correct word order.

1. Who gives never a straight answer?
2. Who gives a straight answer never?
3. Who never gives a straight answer?
4. Who gives a straight never answer?

Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually

1. Usually we are here in summer.
2. We usually are here in summer.
3. We are usually in summer here.
4. We are usually here in summer.

Choose the sentence with the correct word order.

1. They often go out in the weekends.
2. They go often out in the weekends.

 Grammar p. 14 

Wat:

Exercise 13 zet de woorden in de juiste volgorde om zinnen te maken.

Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.

Uitkomst: we gaan de antwoorden over 8 minuten nakijken.

Answers Exercise 13

1. Last Saturday I went to the cinema at eight.

2.My little sister was born in 2010.

3. Next Thursday Max and Ellen will go to the gym around 7pm.

4.I never eat ice cream in winter.

5.They are not going to the party tonight

6.She is not at home now.

7.My mum always wakes up at 6am.

8.Linda goes on holiday to France every year.

Aim

At the end of this lesson, I have practised intensive listening. 

What is your dream job? Do you think you can turn your passion into money?

Watching p. 67 tekstbook

Bij deze opdracht ga je gericht kijken en luisteren. Je zoekt naar specifieke informatie. Je weet waarop je moet letten en je luistert goed of je die informatie hoort. Let op opvallende woorden, zoals namen.

F- Watching: Great Greeting cards

P. 16 werkbook

Omcirkel de juiste mogelijkheden

Listening: Kitchen disaster- 

Ex. 17 blz 16 werkboek B

 Aanpak

Soms kom je tijdens het luisteren moeilijke woorden tegen die je nodig hebt om de luistertekst te begrijpen. Soms kun je de betekenis raden, bijvoorbeeld doordat je een deel van het woord (her)kent of door goed te luisteren naar de zin waarin het woord staat.

Reading: The blue Moos Cafe

Lees de tekst op blz/68

Je gaat globaal lezen. Je probeert alleen de belangrijkste informatie te achterhalen. Lees de tussenkopjes en de eerste en laatste zin van elke alinea.

Opdracht 19

Opdracht 20
Wat zegt Skylar over zijn werknemers?

Waarom merken de gasten niets van fouten die eventueel gemaakt worden?

Wat vertelt Skylar over de producten die hij gebruikt?

Welke twee dingen vindt Sklyar minder leuk aan zijn werk?

Van welke drie dingen droomt Skylar?

Wat zou jij nog willen vragen aan Skylar? Bedenk een extra vraag voor het interview.