Klare taal les 8/9 - Meervoud (en, s of 's)

Klare taal les 8/9 - Meervoud (en, s of 's)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Klare taal les 8/9 - Meervoud (en, s of 's)

Slide 1 - Diapositive

Is er één van ? Dat noem je enkelvoud.
Zijn er twee van of meer ? Dat noem je meervoud.

Hoe schrijf je het meervoud van een woord ?
Dat gaan we deze les leren.
meervoud
enkelvoud

Slide 2 - Diapositive

Hoe schrijven we het meervoud?
Er zijn drie manieren om een meervoudsvorm te maken
-en, -s of -'s

Regel:
Het meervoud is meestal met -en!
Behalve bij...

Slide 3 - Diapositive

Hoe schrijven we het meervoud?
Na -é, -e, -el, -en, -er, -em, -ie en -je. 
Zie je dit op het einde van een woord? Dan gebruik je -s!

Na -a, -i, -o, -u, -y.
Zie je dit op het einde van een woord? Dan gebruik je -'s!

We gaan even oefenen. 

Slide 4 - Diapositive

Hoe schrijf je 'baby' in het meervoud?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'auto' in het meervoud?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'krant' in het meervoud?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'jongen' in het meervoud?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'taxi' in het meervoud?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'kastje' in het meervoud?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'tafel' in het meervoud?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'paraplu' in het meervoud?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'schaap' in het meervoud?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'papier' in het meervoud?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'café' in het meervoud?

Slide 15 - Question ouverte

De spelling van het meervoud
We weten nu hoe een meervoudsvorm moet eindigen. 
Maar hoe schrijven we de meervoudsvormen?

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn klinkers?

Slide 17 - Question ouverte

Regels
Klinkers zijn: a, e, o, i, u, y 
Medeklinkers zijn: b, p, m, n, k ...

Regel 1: Bij een lange klinker (ee, oo, aa...) met daarna één medeklinker (t, k, l, m...) komt er in het meervoud maar 1 klinker.
Voorbeeld: poot --> poten
Maan --> manen
Maar maanden en beelden... waarom?

Slide 18 - Diapositive

Regels
Klinkers zijn: a, e, o, i, u, y 
Medeklinkers zijn: b, p, m, n, k ...

Regel 2: na een korte klinker gevolgd door 1 medeklinker wordt de medeklinker verdubbeld (dubbel = 2 keer).
Voorbeeld: man, pot, tas --> mannen, potten, tassen

Maar: mand --> manden... waarom?

Slide 19 - Diapositive

Regels
Klinkers zijn: a, e, o, i, u, y 
Medeklinkers zijn: b, p, m, n, k ...

Regel 3: bij een woord dat eindigt op een -f wordt de f in het meervoud een -v
Bij een woord met een lange klinker dat eindigt op een -s wordt de s in het meervoud een -z

Slide 20 - Diapositive

Zelf oefenen

Maak nu de opdrachten van les 8 en les 9.

Klaar? Begin aan de schrijfopdracht. 

Slide 21 - Diapositive