Strux Klanten ontvangen --Communiceren met de klant-- extra

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Communiceren met de klant

Wat heb je vorige week gedaan?

Lesdoelen

• Aan het einde van de les weet je welke klanttypen er zijn
• Weet je hoe je een klant moet aanspreken

Geef een voorbeeld van klantvriendelijkheid

Geef een voorbeeld wat niet klantvriendelijk is

Een funshopper wilt altijd iets kopen

1. waar
2. niet waar

Een funshopper moet je behandelen als gast

1. waar
2. niet waar

Een runshopper wilt liever niet gestoord worden

1. waar
2. niet waar

Sammy en Jorg willen gaan samenwonen. Ze gaan naar een aantal meubelwinkels ter oriëntatie.

1. Runshopper
2. Funshopper

Een gezin met twee jonge kinderen gaat op zaterdagochtend naar de supermarkt.

1. Runshopper
2. Funshopper

Benoem een kenmerk van een dominante klant:

Benoem een kenmerk van een afstandelijke klant:

Benoem een kenmerk van een sociale klant:

Praten is een manier van communicatie. Geef een ander voorbeeld van communicatie

Wat is communicatie?

Verbale communicatie

• Praten
• Met woorden

Non- verbale communicatie

Communicatie zonder woorden

• gezichtsuitdrukkingen
• houding
• gebaren
• oogcontact

uitvoeren

Je gaat nu je rollenspel uitvoeren.

Verdeel de rollen.

Voorbereiden rollenspel

Check Lesdoelen

• Aan het einde van de les weet je welke klanttypen er zijn
• Weet je hoe je een klant moet aanspreken

afronden

na de opdracht ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

schoonmaaktaken: 

• vloer vegen
• tafels netjes zetten
• alle papiertjes in de prullenbak
• mappen opruimen in de kast. 
• was
• afwas/keukenblok

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding