De balans

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Rechterkant van de balans

Linkerkant van de balans

Passiva

Rechterkant van de balans

Linkerkant van de balans

Bezittingen

Rechterkant van de balans

Linkerkant van de balans

Activa

Rechterkant van de balans

Linkerkant van de balans

Eigen Vermogen

Rechterkant van de balans

Linkerkant van de balans

Vreemd Vermogen

Bezittingen

Linker kant van de balans

Gebouw/Auto/Machines: 

gaan langer dan een jaar mee: 

Vaste activa

Bezittingen

Linker kan van de balans

Voorraden

Je hebt iets verkocht aan je klanten maar dat geld mogen ze over een maand betalen: Debiteuren

Vlottende Activa

Bezittingen

Linker kant van de balans

Geld op de bank of in de kassa: cash

Liquide middelen

Schulden

Rechterkant van de balans

Schulden die je over meer dan een jaar moet terug betalen

Lang vreemd vermogen

Schulden

Rechterkant van de balans

Schulden die je in minder dan 1 jaar moet terugbetalen: 

Kort vreemd vermogen

Bijvoorbeeld: jij hebt iets gekocht dat je over een maand moet betalen

Crediteuren

Voorraden behoren tot

1. Schulden
2. Vaste Activa
3. Vlottende Activa
4. Liquide Middelen

Vaste Activa

Vlottende Activa

Eigen Vermogen

Liquide middelen

Lang vreemd vermogen

Kort Vreemd Vermogen

Spaargeld

Vaste Activa

Vlottende Activa

Eigen Vermogen

Liquide middelen

Lang vreemd vermogen

Kort Vreemd Vermogen

Crediteuren

Vaste Activa

Vlottende Activa

Eigen Vermogen

Liquide middelen

Lang vreemd vermogen

Kort Vreemd Vermogen

Voorraden

Vaste Activa

Vlottende Activa

Eigen Vermogen

Liquide middelen

Lang vreemd vermogen

Kort Vreemd Vermogen

Debiteuren

Vaste Activa

Vlottende Activa

Eigen Vermogen

Liquide middelen

Lang vreemd vermogen

Kort Vreemd Vermogen

Bankgeld

Vaste Activa

Vlottende Activa

Eigen Vermogen

Liquide middelen

Lang vreemd vermogen

Kort Vreemd Vermogen

Lening voor een gebouw: hypotecaire lening

Maken opdracht 1 uit je boek