H3 B2 (2 KGT)

Bloedsomloop
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Nakijken
Leerdoelen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiten LessonUp vragen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken 161

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Bloedvatenstelsel

Bloedenvatenstelsel: Bestaat uit hart en bloedvaten.
Bloedsomloop: De weg die het bloed door het lichaam aflegt.
Bloeddruk: de druk op de wanden van de bloedvaten.



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedvaten
Slagaders: bloedvaten waardoor het bloed naar de organen stroomt, dikke wand

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedvaten
Haarvaten: de kleinste bloedvaten in het lichaam. Dunne wand, zodat er stoffen in en uit gaan.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedvaten
Aders: bloedvaten waardoor het bloed naar het hart stroomt, in de wand zitten kleppen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbele bloedsomloop 
Kleine bloedsomloop: bloedsomloop waarbij het bloed van het hart naar de longen stroomt en weer terug naar het hart.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbele bloedsomloop 
Grote bloedsomloop: bloedsomloop waarbij het bloed van het hart naar de rest van het lichaam stroomt en weer terug naar het hart.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten blz 170                            Zorg dat je 13 bloemen maakt
1 bloem: 2
2 bloemen:1,3,4,5,6,7,8
3 bloemen : 
Bloedenvatenstelsel: Bestaat uit hart en bloedvaten.
Bloedsomloop: De weg die het bloed door het lichaam aflegt.
Bloeddruk: de druk op de wanden van de bloedvaten.
Slagaders: bloedvaten waardoor het bloed naar de organen stroomt, dikke wand
Haarvaten: de kleinste bloedvaten in het lichaam. Dunne wand, zodat er stoffen in en uit gaan.
Aders: bloedvaten waardoor het bloed naar het hart stroomt, in de wand zitten kleppen.
Kleine bloedsomloop: bloedsomloop waarbij het bloed van het hart naar de longen stroomt en weer terug naar het hart.
Grote bloedsomloop: bloedsomloop waarbij het bloed van het hart naar de rest van het lichaam stroomt en weer terug naar het hart.
Dubbele bloedsomloop: bloedsomloop waarbij het bloed twee keer door het hart stroomt.

Slide 12 - Diapositive

14 bloemen

Bloedvat 1 is...
Bloedvat 2 is...
Bloedvat 3 is...
A
1. Ader 2. Haarvat; 3 slagader
B
1. slagader, 2. ader; 3. haarvat
C
1. Haarvat; 2. slagader; 3. ader
D
1. Slagader; 2. haarvat; 3. Ader

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kleine bloedsomloop is de bloedsomloop die verloopt
over de longen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk bloedvat heeft of welke bloedvaten hebben kleppen?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'
?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop genoemd?
A
dubbele bloedsomloop
B
bloedvaten
C
bloedvatenstelsel
D
bloedsomloop

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions