Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Hoe beviel de vorige les?
Slide 1 - Question ouverte
www.primaindeklas.nl
Slide 2 - Lien
Wat is waar?
A
Prinsjesdag bestaat al 220 jaar
B
De Glazen Koets rijdt de Koning en Koningin naar de Ridderzaal
C
Dit jaar spreekt Koning Willem-Alexander de Troonrede voor de vierde keer uit
D
De Gouden Koets rijdt de Koning en Koningin naar de Ridderzaal
Slide 3 - Quiz
Wist je dat?
de traditie met het koffertje in 1947 begon?
deze traditie werd overgenomen uit Engeland?
het huidige koffertje sinds 1964 wordt gebruikt?
de minister van Financiën het koffertje aanbiedt aan de voorzitter van de Tweede Kamer?
Slide 4 - Diapositive
Wist je dat?
de Minister van Financiën op Prinsjesdag met een koffertje rondloopt?
de rijksbegroting en de Miljoenennota in het koffertje zitten?
hierin staat wat de plannen van de regering kosten en hoe ze betaald worden?
Slide 5 - Diapositive
Wat zit er niet in het Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De rijksbegroting
C
De Miljoenennota
Slide 6 - Quiz
Zo ziet een politiek jaar eruit
3e dinsdag van september
Prinsjesdag:
De regering maakt de plannen van het komend jaar bekend.
Slide 7 - Diapositive
Vlak na Prinsjesdag - Algemene Politieke Beschouwingen:
De Tweede Kamer reageert op de plannen van de regering.
Slide 8 - Diapositive
Oktober - Algemene Financiële Beschouwingen:
De minister van Financiën praat met mensen uit de Tweede Kamer die verstand hebben van begrotingen over de Miljoenennota en het begrotingsbeleid. In de maanden daarna worden alle begrotingen besproken.
Slide 9 - Diapositive
3e woensdag van mei
Verantwoordingsdag:
Het kabinet blikt terug op het afgelopen financiële jaar en legt daarover verantwoording af aan de Tweede Kamer
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Wat zijn inkomsten voor de overheid? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Alcohol
B
Bekeuring
C
Benzine
D
Computer
Slide 12 - Quiz
Wat zijn uitgaven voor de overheid? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Loonstrook
B
Politie
C
School
D
Snelweg
Slide 13 - Quiz
Rijksbegroting
Een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de overheid. De rijskbegroting bestaat uit de begrotingen van alle ministers en beantwoordt deze vragen:
wat willen we bereiken?
wat gaan we daarvoor doen?
wat gaat dat kosten?
Slide 14 - Diapositive
Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
wat zijn de belangrijkste plannen?
wat gaan die plannen kosten?
Slide 15 - Diapositive
Belastingplan
Een fiscaal wetsvoorstel. Hierin worden ieder jaar de voorgenomen wijzigingen voor de belastingwetten gepresenteerd. Het Belastingplan beantwoord deze vragen:
wat voor financiële gevolgen hebben de belatingsplannen voor mij?
Slide 16 - Diapositive
Wat is waar? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Hoe meer de overheid leent, hoe minder de staatsschuld wordt
B
in een begroting staat hoeveel geld er binnenkomt en wordt uitgegeven
C
op Verantwoordingsdag kijkt het Kabinet terug op het financiële jaar
Slide 17 - Quiz
Hoe kan Nederland bezuinigen?
Slide 18 - Question ouverte
In Nederland leven we in een democratie. Wat betekent democratie?
A
Alle volwassen mensen mogen meedenken en meebeslissen over ons land. Dat doen ze door te stemmen tijdens de verkiezingen.
B
De Koning is de baas van Nederland. De regering luistert naar wat hij zegt en voert zijn plannen uit.
C
Bij elk besluit dat de regering neemt, wordt er overlegd met het volk, iedereen mag zijn stem uitbrengen over elk plan.
Slide 19 - Quiz
In welk jaar is de traditie met het koffertje begonnen?
A
1944
B
1947
C
1974
D
1977
Slide 20 - Quiz
Wie bepaalt wat er met Nederland gebeurt?
A
De minister van Financiën
B
De minister-president
C
Het volk en de volksvertegenwoordiging
D
De Koning
Slide 21 - Quiz
Wanneer reageert de Tweede Kamer op de plannen van de regering?
A
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen
B
Tijdens Prinsjesdag
C
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen
Slide 22 - Quiz
Hoe noemen de de 3e woensdag van mei?
A
Veranderingsdag
B
Verantwoordingsdag
C
Verwoordingsdag
D
Veranderdag
Slide 23 - Quiz
Alle Kamerleden en staatssecretarissen zorgen ervoor dat de plannen uit het regeerakkoord zo goed mogelijk worden uitgevoerd.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 24 - Quiz
Hoe noemen we de stoelen in de Tweede Kamer
Slide 25 - Question ouverte
Het regeerakkoord is een wetboek waarin staat wat je wel en niet mag doen.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 26 - Quiz
Van welk land werd de traditie met het koffertje overgenomen?
A
België
B
Duitsland
C
Engeland
D
Frankrijk
Slide 27 - Quiz
Een plan waarin staat hoe geld verdiend wordt en waaraan het wordt uitgegeven, noem je een begroting.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 28 - Quiz
Hoeveel zetels hebben de partijen die het land besturen minimaal nodig?