lesson 3: Telling time

Les 2.3 Speaking
Leerdoelen:

Je kunt vragen hoe laat het is
Je kunt getallen uitspreken


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 2.3 Speaking
Leerdoelen:

Je kunt vragen hoe laat het is
Je kunt getallen uitspreken


Slide 1 - Diapositive

Hoofdtelwoorden en rangtelwoorden

Hoofdtelwoorden : 
geven een hoeveelheid aan: one, two, three , twenty-one , one hundred etc.
Are you up for the challenge?  
Count till one hundred without the mentioning the 7
Cardinal numbers

Slide 2 - Diapositive

Hoofdtelwoorden en Rangtelwoorden , page 90
Rangtelwoorden : 
Geven een  volgorde aan: 
first -> 1st 
 second -> 2nd  
third-> 3rd
fourth -> 4th
twenty-first -> 21st

Ordinal numbers

Slide 3 - Diapositive

De datum schrijven 
  • Je kunt getallen gebruiken om de datum te schrijven 

  • The  next test will be  November  21 the twenty-first of November.

  • Let op: dagen en maanden ALTIJD met een  HOOFDLETTER

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Telling the time
At the end of this lesson you know how to tell the time in English!

Slide 6 - Diapositive

Big Ben
The bells of Big Ben toll at the 11th hour of November 11
( Remembrance Day) 
each year to commemorate the end of the First World War

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

What time is it?
Over = Past
Voor = To
kwart voor  = a quarter to
kwart over = a quarter past 
Half  = Half past

LET OP: half  12  =    half past 11 

Slide 11 - Diapositive

Klokkijken: Hoe zeggen ze 'over' in het Engels?

Slide 12 - Question ouverte

Klokkijken: Hoe zeggen ze 'voor' in het Engels

Slide 13 - Question ouverte

Het is zeven uur.
A
It's seven hours.
B
It's seven o'clock.

Slide 14 - Quiz

Hoe laat is het?

Slide 15 - Question ouverte

Het is kwart over vier.
A
It's a quarter to four.
B
It's a quarter past four.

Slide 16 - Quiz

Het is half twaalf.
A
It's half past eleven.
B
It's half past twelve.

Slide 17 - Quiz

Het is vijf over half vier.
A
It's twenty-five to four.
B
It's five past half past four.

Slide 18 - Quiz

What time is it?

A
Ten past half nine
B
Twenty past nine
C
Forty past nine
D
Twenty to nine

Slide 19 - Quiz

Hoe laat is het NU op jouw telefoon? Vertel in het Engels! It's ...

Slide 20 - Carte mentale

Ik snap nu hoe ik moet klok kijken
A
Ja, vet makkelijk
B
Ja, met aantekeningen moet het lukken
C
Nee, ik twijfel vaak
D
Nee, ik snap er geen snars van

Slide 21 - Quiz

Look at the clock page 82

Slide 22 - Diapositive

Homework

Lesson 2.3:  exercises  2c/d, 3 ,  4 ,  5 , 6, 7,  8, 10,  11
online  or book 


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien