BS 7: Uitstoot en Afval

BS 7: Uitstoot en afval
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BS 7: Uitstoot en afval

Slide 1 - Diapositive

Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen

Slide 2 - Quiz

Wat gebeurt er met de temperatuur als het versterkte broeikaseffect door gaat?
A
gaat naar beneden
B
gaat omhoog

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er met de woestijnen als de temperatuur blijft stijgen?
A
worden kleiner
B
worden groter

Slide 4 - Quiz

Het warmer worden van de aarde door alle gassen die worden uitgestoten. =
A
broeikaseffect
B
energieverbruik
C
energiebron
D
klimaatverandering

Slide 5 - Quiz

Wanneer het weertype het ene jaar anders is dan het andere jaar, is dat een klimaatverandering.


A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Waarom heeft klimaatverandering invloed op het overstromingsrisico
A
doordat er meer extreme neerslag valt
B
door droogte van de grond
C
door zeespiegelstijging
D
door meer verdamping

Slide 7 - Quiz

Wat is een oorzaak van het versterkte broeikaseffect
A
Verbranding fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
C
Spuitbussen

Slide 8 - Quiz

Lesdoelen


* Je kunt uitleggen hoe de lucht vervuild wordt, wat de gevolgen hiervan zijn 

    en wat de overheid  hier aan doet

* Je weet wat bodemsanering is
* Je begrijpt hoe in Nederland afval verzamelt en verwerkt wordt

Slide 9 - Diapositive

Luchtvervuiling

Uitstoot is het toevoegen van stoffen aan het milieu


SMOG: In steden een groot probleem. Uitlaatgassen en roetdeeltjes blijven hangen . Vooral als het windstil is.

Mensen met bijvoorbeeld COPD en Astma hebben hier veel last van.

Slide 10 - Diapositive

Een ander probleem is FIJNSTOF: Miniscule stofdeeltjes in de lucht.
Soms is dit fijnstof natuurlijk, bv. Zeezout en Sahara zand.
Ook door de mens, zoals door dieselmotoren en fabrieken.





Deze stoffen versterken het broeikaseffect, veroorzaken ziektes en zorgen voor zure regen.

Slide 11 - Diapositive

Maatregelen
Er worden veel maatregelen genomen om de uitstoot zoveel mogelijk te beperken.

Dieselmotoren hebben roetfilters, en ook de industrie moet de rookgassen zuiveren om het fijnstof tegen te houden.
Ook zijn bepaalde gassen (uit bv spuitbussen) verboden.
Ook komen er steeds meer elektrische auto's die de uitstoot verminderen.

Slide 12 - Diapositive

Bodem

Er zitten veel giftige stoffen in de bodem.

Planten nemen stoffen op

en komen in de voedselketen terecht.

De grond moet  schoongemaakt 

worden om er te mogen wonen 

of om er voedsel te kunnen verbouwen.


Bodemsanering: vuile (giftige) bodem schoon maken.

Slide 13 - Diapositive

Afval

Nederland produceert jaarlijks 9,2 miljard kilo huishoudelijk afval en 45 miljard kilo van bedrijven.

Afval wordt gescheiden ingezameld, omdat ze op een andere manier moeten worden verwerkt.

Afval wordt:  gerecycled

                           - gecomposteerd

                           - opgeslagen

                           - gestort 

                           - verbrand





Slide 14 - Diapositive

Biologisch afbreekbaar
Kan worden afgebroken door reducenten (bacteriën en schimmels).

Slide 15 - Diapositive

Niet-biologisch afbreekbaar
  • Glas, metaal, steen
  • Kunstoffen: plastic, nylon, piepschuim
  • Blijven jarenlang in het milieu

Slide 16 - Diapositive

Gescheiden inzameling van afval
Soorten afval:
  • recycle-baar (papier, glas, textiel)
  • composterbaar (fruit, groente, tuin)
  • Klein chemisch afval
  • Restafval

Slide 17 - Diapositive

Verwerking van afval
Als het afval gescheiden wordt ingezameld, dan is het mogelijk om afvalstoffen opnieuw te gebruiken

Slide 18 - Diapositive

Afvalverwerking
Recyclen: Veel afval kan worden gerecycled:
                      Glas, plastic, papier en metaal.
 

Composteren: Van GFT (Groente, Fruit en Tuin) 
afval wordt compost gemaakt. 
Dit kan weer gebruikt worden 
als voeding voor planten.



Slide 19 - Diapositive

Recycling
  • Afvalstoffen gebruiken als grondstoffen voor nieuwe producten
  • Bijvoorbeeld: glas, papier, blik, plastic
  • Er komen dus minder afvalstoffen in het milieu (vuilstort) terecht

Slide 20 - Diapositive

Composteren
Reducenten breken groente-, fruit- en tuinafval (gft) af tot compost
  • Compost wordt gebruikt als mest
  • Alleen biologisch afval is te composteren

Slide 21 - Diapositive

KCA (klein chemisch afval)
Wordt in de meeste gemeenten apart ingezameld of er is een centrale plek om het in te leveren

Slide 22 - Diapositive

Opslaan: Klein Chemisch afval (kca) wordt verzameld 
bij o.a. de milieu straat of in bakken in de supermarkt. 
Het gaat om batterijen, verfresten, onkruidverdelgers, 
spuitbussen etc. Deze worden opgeslagen.


Slide 23 - Diapositive

Restafval is al het afval dat niet bij de voorgaande groepen hoort. 

Dit afval wordt gestort op een vuilnisbelt of verbrand in een verbrandingsoven. 

Bij het verbranden van afval wordt vaak energie opgewekt.

Slide 24 - Diapositive

Restafval
Restafval wordt verbrand in verbrandingsovens of gestort op een vuilnisbelt
  • De energie die vrijkomt bij het verbranden wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het opwekken van elektriciteit
  • Vuilnisbelten stinken en trekken ongedierte aan

Slide 25 - Diapositive