Landbouw les 2 - gereedschappen en machines

Landbouw - les 2
Gereedschappen en machines
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Landbouw - les 2
Gereedschappen en machines

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over de jagers en verzamelaars en de eerste boeren?

Slide 2 - Carte mentale

Aan het eind van de les weet je
  • welke gereedschappen de eerste boeren gebruikten 
  • waar ze de gereedschappen van maakten
  • wat de uitvinding van de ploeg betekende voor de landbouw
  • wat het tweeslag en drieslag model is 
  • weet je waar paarden en tractors voor gebruikt worden

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Gereedschappen van de eerste boeren
De eerste boeren bewerkten de grond met deze werktuigen. Later werd de hak uitgevonden, een soort zware schoffel. Dit type gereedschap is nog steeds in gebruik.
De eerste gereedschappen die door jagers en verzamelaars werden gebruikt, waren gemaakt van hout en bot. Deze materialen waren niet geschikt om gereedschap van te maken om zwaar werk als aarde om te ploegen. De boeren gingen daarom gereedschappen maken van steen. Op de afbeelding zie je deze werktuigen van steen.

Slide 5 - Diapositive

Eén van de oudste gereedschappen die boeren zelf maakten en gebruikten is de hak. Dit gereedschap gebruiken we tegenwoordig nog steeds. Waar zie je een hak?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

De eerste boeren probeerde om zoveel mogelijk landbouwopbrengst te krijgen. Daarom zochten zij constant naar manieren om deze opbrengst te verhogen. Die zoektocht leidde tot veel nieuwe uitvindingen. In het Midden-Oosten werd het wiel en de ploeg uitgevonden. Beiden werden gebruikt om akkers te bewerken. 

Slide 7 - Diapositive

De haakploeg
Aan de basis van de ploeg staat eenvoudig handgereedschap dat gemaakt werd om de bodem te bewerken. Met een hak, een soort pikhouweel, kon de aarde losgetrokken worden. De eerste ploegen waren een doorontwikkeling van deze hak en ontstonden vanuit de behoefte naar een meer effectieve en grootschaligere bodembewerking. De haakploegen had een zeer eenvoudige constructie en bestonden uit een stuk ijzer of hout dat door de grond woelde, voortgetrokken door een mens of een trekdier. In Egypte was de grond vruchtbaar en was het gebruik van de haakploeg voldoende.

Slide 8 - Diapositive

Boeren in de middeleeuwen
  • De meeste mensen waren boer.
  •  De boeren werkten de hele dag op het land.
  • De dieren werden eerst alleen gehouden voor het vlees.
  • Later worden dieren gebruikt om akkers te ploegen.
  • Ze probeerden steeds meer te oogsten.

Slide 9 - Diapositive

De keerploeg
Op de vochtige kleigrond van Noord- en West-Europa werkte de haakploeg niet goed. De haakploeg woelt de grond door maar keert de grond niet om. Voor een goede afwatering van de vochtige grond was een ploeg nodig die de aarde naar één kant toe zou werpen. Uiteindelijk waren het de Romeinen die de zogenaamde keerploeg ontwikkelden, waarmee de grond niet alleen door gewoeld werd, maar door de toepassing van een rister of keerbord ook opzij werd gekeerd. Een andere belangrijke innovatie was het toevoegen van wielen, waardoor de ploeg een stuk stabieler werd. 

Slide 10 - Diapositive

Het verschil tussen een haakploeg en een keerploeg is
A
de haakploeg woelt de aarde door en de keerploeg keert de aarde om
B
de haakploeg heeft wielen en de keerploeg niet
C
de haakploeg en de keerploeg zijn hetzelfde
D
de haakploeg kun je 1 keer gebruiken en de keerploeg steeds opnieuw.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Kun je uitleggen hoe het tweeslagstelsel werkt en waarom de boeren dit gingen gebruiken?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Het gebruik van paarden
Het nadeel van de keerploeg was dat het zwaar was voor de runderen om de ploeg te trekken. in de middeleeuwen werden er steeds vaker paarden voor gebruikt. Het uitvinden van het halster voor de paarden was een belangrijke stap vooruit. Hiermee kwam de last niet langer op de hals van het paard maar juist op de schouders. hierdoor kunnen de dieren meer kracht zetten en was het ook minder gevaarlijk voor de paarden.

Slide 16 - Diapositive

De tractor
Aan het eind van de negentiende eeuw kwam de tractor. Een tractor is een machine die speciaal gebouwd is voor de landbouw. Tractor betekend trekker (in het latijn betekent trahere trekken) en het is dan ook niet vreemd dat in de volksmond een tractor ook wel trekker wordt genoemd. De eerste tractoren werden net zoals treinen in die tijd, aangedreven door stoom. In het begin van de jaren 1900 kwamen de eerste diesel en benzine motoren.

Slide 17 - Diapositive

Het woord tractor betekent trekker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De moderne tractor
De tractor of trekker is zo ontworpen dat aan de achterkant verschillende landbouwwerktuigen kunnen worden aangekoppeld. Denk hierbij aan ploegwerktuigen, zaaiwerktuigen, bemestingswerktuigen en oogstwerktuigen. Alle landbouwwerktuigen die achter de tractor gehangen kunnen worden, kunnen door de motor van de tractor worden aangedreven. Deze worden dan gekoppeld aan de aftakas, welke zich aan de voorkant of aan de achterkant van de tractor bevind. 

Slide 19 - Diapositive

Steeds grotere machines

Slide 20 - Diapositive

Welke landbouwmachines ken je?

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Vidéo

Wat wil je zeker onthouden van deze les?

Slide 23 - Question ouverte