Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Weet je nog?
zinsontleding woordbenoeming
= Zinsdelen onderscheiden = Woordsoorten
en benoemen benoemen
Slide 1 - Diapositive
Blok 4: Grammatica
Herhalen: Nieuw:
Werkwoordelijk zinsdelen
gezegde (wwg)
Slide 2 - Diapositive
Asieldieren --> WWG?
Veel mensen houden van honden en katten. Toch worden er elk jaar veel dieren naar het asiel gebracht. Veel beesten zijn hun baasje kwijtgeraakt. Vaak zwerven ze al een tijdje op straat. Sommige dieren kunnen niet meer bij hun baasje wonen. Misschien omdat mensen gaan niezen door hun huisdier. De dieren worden in het asiel goed verzorgd. Men zoekt een nieuwe baas voor alle asieldieren. Dat kan soms een tijdje duren. De medewerkers van het asiel doen goed werk!
Slide 3 - Diapositive
Zinsontleding
1. WWG
2. Zinsdelen -->
- Kan bestaan uit één of meerdere woorden.
- Kan van plaats wisselen in een zin.
Voorbeeld:
Wie?
Wat?
Waar?
Met wie?
...?
Yehor
fietst
Slide 4 - Diapositive
Zinsontleding
1. WWG
2. Zinsdelen
3. Onderwerp
- Wie of wat + wwg?
- Getalproef
Voorbeeld:
Yehor fietst naar huis. Yehor en Ihor fietsen naar huis.
Slide 5 - Diapositive
Maken oefening:
Verplicht: 11-1, 14 en als laatste ga je de zinnen van opdracht 7 ontleden.
1. I In 1812 IisI in een Frans dorpje I (een ongeluk) I {gebeurd} I met grote gevolgen. I
PV --> __
WWG --> {...}
Zinsdelen --> I
Onderwerp --> (...)
Slide 6 - Diapositive
Blok 4: Over taal
Verplicht: 27, 28, 29, 31 en 32 (--> Let op! Bij 31 en 32 staan uitdrukkingen. Je hoeft hier de opdracht niet te lezen, je moet alleen de betekenis van de uitdrukkingen opschrijven. Deze mag je zelf bedenken of opzoeken.)